Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, increased dot size showns possible breeding, probable breeding and confirmed breeding.
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of wintering birds is given.
Population trends
waterbird trend
The data comes from the Waterbird Monitoring Network. For each season, the average number of birds (red dots), the trend line (dark blue) and associated standard error (light blue lines) are given. Seasons run from July to June.
- vanaf 1980
- significant decrease, <5% a year (-)
- laatste 12 jaar
- significant decrease, <5% a year (-)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
Data derived from waterbird monitoring scheme (mostly monthly counts during winter). Shown is the monthly average number of birds for for the last five seasons. For each month is indicated which part is counted and what part is estimated (calculated using statistical methods). The red line shows the multi-year mean. This is the average over all months of the season, from July to June of the last five seasons. Months without estimation (indicated by ?) it is assumed that there were no birds.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Als echte wintergast wordt de Grote Zaagbek het meest gezien tussen november en maart, met de nadruk op hartje winter. Het voorkomen wordt sterk bepaald door het winterweer. Zacht winterweer in Noord-Europa brengt relatief weinig Grote Zaagbekken naar ons land. Strenge vorst in het Oostzeegebied, daarentegen, verdrijft duizenden vogels naar ons land. Het merendeel houdt zich op in het IJsselmeergebied, maar wanneer ook dit grotendeels dichtvriest, verkassen veel Grote Zaagbekken naar open wateren in het rivierengebied of elders. De jaarlijks getelde aantallen schommelen hevig maar nemen af op de lange termijn. Dit komt doordat meer Grote Zaagbekken blijven overwinteren in het Oostzeegebied als gevolgd van gemiddeld zachtere winters. Maar ook factoren in Nederland spelen mee. Zo is de stand van Spiering, een belangrijke prooivis, in het IJsselmeergebied sterk afgenomen sinds ongeveer 1990.
Broedtijd
Zekere broedgevallen zijn (nog) niet bekend. Eerdere meldingen bleken te berusten op verwarring met ruiende overzomeraars. Een incidenteel broedgeval behoort echter tot de mogelijkheden. De soort nestelt immers op verschillende plekken in Engeland en Midden-Europa. Extra aandacht bij zomerwaarnemingen kan dus geen kwaad.
Birds directive
Conservation status
The Common Merganser is protected under the European Birds Directive and the Nature Conservation Act. Natura 2000 areas in the Netherlands have been designated as non-breeding bird for this species.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
non-breeding bird
The conservation status of the Common Merganser as non-breeding bird in the Netherlands is unfavourable (bad).
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | unfavourable (bad) | unfavourable (inadequate) | unfavourable (bad) | unfavourable (bad) |
Source: Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000. More details in the Factsheet on this page.
Assigned areas
Winter en trekvogels
Gebiedsnaam | gebiedsfunctie | trend | ||
---|---|---|---|---|
Natura 2000-gebied Waddenzee | foerageren | -- | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied De Wieden | foerageren | - | (vanaf 1994) | |
Natura 2000-gebied IJsselmeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied Ketelmeer & Vossemeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied Veluwerandmeren | foerageren | 0 | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied Biesbosch | foerageren | 0 | (vanaf 1980) |
Factsheet(s) (1)
Deze factsheet bevat ecologische kerninformatie over een vogelsoort die betrokken is bij de doelen voor Natura 2000-gebieden, resulterend in beleidsadviezen voor het halen van de doelen van de Europese Vogelrichtlijn. Bij sommige vogelsoorten zijn factsheets opgesteld voor twee populaties, namelijk de broed- én de doortrek- en/of winterpopulatie. Elke factsheet gaat in op de Staat van Instandhouding (SvI), de eventuele opgave om de populatie op een gunstig niveau te brengen, de belangrijkste knelpunten en op (potentiële) verbetermaatregelen. Voorts wordt ingegaan op het deel van de populatie dat verblijft in het Natura 2000-netwerk, het overige Natuurnetwerk Nederland (NNN) en overige gebieden, en op het regionaal/provinciaal belang.
Counting guidelines
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Oktober tot in mei, hoogste aantallen december-maart.
Tijd van de dag
Gehele dag.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
Bijzonderheden
- Solitair, in paren of groepen tot vele honderden
- Soms samen met andere eenden, zowel tijdens foerageren (Brilduiker, Middelste Zaagbek, Nonnetje) als rusten (alle soorten)
- Foerageert op open zoet water, vooral bij vorst ook op zoute wateren
- Rustende vogels op open water
- In sommige regio's ook wel slaapplaatsen op beschutte middelgrote wateren
- Grote dichte groepen lastig telbaar
- Bij strenge vorst ook op rivieren