verspreiding_en_trends
Verbreiten
aantalsontwikkeling
broedsucces_en_overleving
onvoldoende_gegevens_trendanalyse
seizoensvoorkomen
beschrijving_voorkomen
Buiten broedtijd
Als echte wintergast wordt de Grote Zaagbek het meest gezien tussen november en maart, met de nadruk op hartje winter. Het voorkomen wordt sterk bepaald door het winterweer. Zacht winterweer in Noord-Europa brengt relatief weinig Grote Zaagbekken naar ons land. Strenge vorst in het Oostzeegebied, daarentegen, verdrijft duizenden vogels naar ons land. Het merendeel houdt zich op in het IJsselmeergebied, maar wanneer ook dit grotendeels dichtvriest, verkassen veel Grote Zaagbekken naar open wateren in het rivierengebied of elders. De jaarlijks getelde aantallen schommelen hevig maar nemen af op de lange termijn. Dit komt doordat meer Grote Zaagbekken blijven overwinteren in het Oostzeegebied als gevolgd van gemiddeld zachtere winters. Maar ook factoren in Nederland spelen mee. Zo is de stand van Spiering, een belangrijke prooivis, in het IJsselmeergebied sterk afgenomen sinds ongeveer 1990.
Broedtijd
Zekere broedgevallen zijn (nog) niet bekend. Eerdere meldingen bleken te berusten op verwarring met ruiende overzomeraars. Een incidenteel broedgeval behoort echter tot de mogelijkheden. De soort nestelt immers op verschillende plekken in Engeland en Midden-Europa. Extra aandacht bij zomerwaarnemingen kan dus geen kwaad.
Vogelrichtlijn
staat_van_instandhouding
Der Gänsesäger ist nach der europäischen Vogelschutzrichtlinie und dem Naturschutzgesetz geschützt. Natura 2000-Gebiete in den Niederlanden wurden für diese Art als nicht brütender Vogel ausgewiesen.
nicht brütender Vogel
Der Erhaltungszustand von der Gänsesäger als nicht brütender Vogel in den Niederlanden ist unfavourable (bad).
| Bewertung des Erhaltungszustands | ||||
| Verbreiten | Bevölkerung | Lebensraum | Zukunft | Endgültiges Urteil |
| favourable | unfavourable (bad) | unfavourable (inadequate) | unfavourable (bad) | unfavourable (bad) |
Wie wird der Erhaltungszustand von Arten bestimmt, für die Natura 2000-Gebiete ausgewiesen wurden?
aangewezen_gebieden
Winter en trekvogels
| Gebiedsnaam | gebiedsfunctie | trend | ||
|---|---|---|---|---|
| Natura 2000-gebied Waddenzee | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
| Natura 2000-gebied De Wieden | foerageren | 0 | (vanaf 1994) | |
| Natura 2000-gebied IJsselmeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
| Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
| Natura 2000-gebied Ketelmeer & Vossemeer | foerageren | - | (vanaf 1980) | |
| Natura 2000-gebied Veluwerandmeren | foerageren | 0 | (vanaf 1980) | |
| Natura 2000-gebied Biesbosch | foerageren | 0 | (vanaf 1980) |
kerninformatie (1)
Deze factsheet bevat ecologische kerninformatie over een vogelsoort die betrokken is bij de doelen voor Natura 2000-gebieden, resulterend in beleidsadviezen voor het halen van de doelen van de Europese Vogelrichtlijn. Bij sommige vogelsoorten zijn factsheets opgesteld voor twee populaties, namelijk de broed- én de doortrek- en/of winterpopulatie. Elke factsheet gaat in op de Staat van Instandhouding (SvI), de eventuele opgave om de populatie op een gunstig niveau te brengen, de belangrijkste knelpunten en op (potentiële) verbetermaatregelen. Voorts wordt ingegaan op het deel van de populatie dat verblijft in het Natura 2000-netwerk, het overige Natuurnetwerk Nederland (NNN) en overige gebieden, en op het regionaal/provinciaal belang.
telrichtlijnen
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Oktober tot in mei, hoogste aantallen december-maart.
Tijd van de dag
Gehele dag.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
Bijzonderheden
- Solitair, in paren of groepen tot vele honderden
- Soms samen met andere eenden, zowel tijdens foerageren (Brilduiker, Middelste Zaagbek, Nonnetje) als rusten (alle soorten)
- Foerageert op open zoet water, vooral bij vorst ook op zoute wateren
- Rustende vogels op open water
- In sommige regio's ook wel slaapplaatsen op beschutte middelgrote wateren
- Grote dichte groepen lastig telbaar
- Bij strenge vorst ook op rivieren