Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of breeding pairs is given.
This chart is based on the Atlas of the Dutch Birds (1987), an estimate of the numbers present is given for each atlas square of 5x5 km.
Population trends
breeding bird trend
Data derived from the common breeding bird census. Shown are annual population indices, derived from national surveys of sample plots (red dots) and the trendline (dark line). Data from 1984-1989 can be less reliable.
- vanaf 1990
- significant increase, < 5% a year (+)
- laatste 12 jaar
- significant increase, < 5% a year (+)
Breeding success and survival
nesting success
This graph is based on the Nest Record Scheme. The average percentage of successful nests (with 95% confidence interval) is shown.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
This chart is based on LiveAtlas. The reporting frequency per decade is shown, averaged over the last 3 years. The reporting frequency is the percentage of complete lists on which the species is registered.
laying start
This graph is based on the Nest Record Scheme. The average annual date of laying of the first egg is shown (with 95% confidence interval).
Occurrence description
Buiten broedtijd
Van de aanwezigheid van de solitaire broedparen is meestal weinig te merken. In sommige jaren leeft de roepactiviteit al in nazomer en herfst op. In gebieden met aaneengesloten territoria kunnen Bosuilen jaarrond zeer vocaal zijn.. Bosuilen zijn extreme standvogels. Zelfs de jongen blijven doorgaans binnen 10 km van de geboorteplaats. Waarnemingen op grote afstand van de broedgebieden, zoals op de Waddeneilanden, zijn dan ook zeer zeldzaam.
Broedtijd
De Bosuil komt wijd verspreid voor over de beboste delen van het land, met de hoogste dichtheden in oud loofbos. Hij nestelt soms ook in bebouwde omgeving met oude parken en tuinen, evenals in open landschappen met knotwilgen of verspreide plukjes bos. De soort breidde zich in de twintigste eeuw spectaculair uit. Vanaf ongeveer 1960 koloniseerde hij de Hollandse duinen en andere delen van West-Nederland. Na 1975 volgden Noord-Brabant en Drenthe, waar de bossen aanvankelijk te jong waren voor deze holenbroeder. Na 2000 namen Bosuilen grotere delen van Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Drenthe en delen van het Groene Hart. Lokale afnames worden voornamelijk veroorzaakt door predatie door Havik, Buizerd, boom- en steenmarter. Jaarfluctuaties houden deels verband met de roepactiviteit. In voedselarme voorjaren slaan veel paren het broeden over en leven ze teruggetrokken.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Tawny Owl.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Tawny Owl in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
breeding bird
The conservation status of the Tawny Owl as breeding bird in the Netherlands is favourable.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | favourable | favourable | favourable | favourable |
non-breeding bird
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is identiek aan die van broedvogels, omdat het om dezelfde vogels gaat.
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin January t/m eind July
Tijd van de dag
In schemer en nacht. Meeste roepactiviteit van late avondschemer tot begin nacht.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 1 | 1-1 t/m 5-7 | 500 |
Aanwijzingen
Roepende vogels, met overige waarnemingen als aanvulling. Baltsroep (vooral februari-april, met opleving in juni) op grote afstand hoorbaar maar wees attent op duetten van mannetje (volle zang) en vrouwtje (ingehouden vorm van territoriumzang). Afspelen/nabootsen van geluid (baltsroep mannetje) vaak succesvol, zeker bij lage dichtheden; pas echter op voor verplaatsingen naar geluid toe (over vele honderden meters mogelijk) en stop onmiddellijk bij reactie. Bedelende uitgevlogen jongen luidruchtig, aanvankelijk dicht bij nest maar binnen enkele weken zich soms over honderden meters verplaatsend.
LET OP: Volwassen (en later uitgevlogen jonge) vogels overnachten in de buurt van de broedplaats (holte, dichte boom, vaak tegen stam aan); aanwezigheid wordt soms verraden door scheldende vogels (lijsters, Gaaien, mezen enz.), poep (opvallend bij sparren: op voet of onderstam), braakballen (onderscheiden zich van Ransuil door veel incomplete schedels en gebroken botjes) en ruiveren. Zulke aanvullende waarnemingen inpassen binnen territoriale waarnemingen.
Bijzonderheden
Broedsucces veelal laag. Soort leeft lang en begint bij onvoldoende voedsel vaak niet aan broedsel. Meestal wordt in hooguit een kwart van de territoria een broedsel grootgebracht.
Broedbiologie
Gebonden aan loof- en gemengde bossen met oude bomen. Nestelt in boomholen, grote nestkasten, soms ook op gebouwen, oude nesten van andere middelgrote vogels of (incidenteel) op de grond. Eileg van eind januari tot eind maart, soms nog later. Eén broedsel per jaar, meestal 3-5 eieren, broedduur 28-29 dagen, nestjongenfase 29-35 dagen, jongen na 6-7 weken vliegvlug.