Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Hoppen worden het meest gezien in de trekperiode, wanneer Zuid- en Midden-Europese vogels wel eens over hun broedgebied heen schieten. De meeste waarnemingen stammen uit april-begin mei en september-begin oktober. Dat er relatief veel Hoppen uit de kuststreek worden gemeld, heeft deels te maken met de hoge waarnemersdichtheid daar. Er zijn enkele winterwaarnemingen bekend.
Broedtijd
De Hop was begin twintigste eeuw lokaal een bekende broedvogel. De aantallen namen echter sterk af, met oplevingen in sommige perioden zoals rond 1950. Omstreeks 1973 verdween de soort als jaarlijkse broedvogel. Sindsdien zijn slechts enkele malen zekere broedgevallen geconstateerd, waaronder in 1995 in Noord-Brabant. Omdat de Hop ook elders in West- en Midden-Europa sterk in aantal afneemt, is het verrassend dat het aantal waarnemingen van roepende vogels bij ons recent toeneemt. Het kan deels om ongepaarde en rondzwervende vogels gaan, maar een succesvol broedgeval in 2012 in Noord-Limburg toont aan dat het deels om 'serieuze' broedpogingen gaat.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Hop.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Hop zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Hop als broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Hop als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half april t/m eind juli
Tijd van de dag
Vooral in (vroege) ochtend.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 2 | 10-5 t/m 31-7 | 1000 |
Aanwijzingen
Attent zijn bij late voorjaarswaarnemingen, speciaal bij roepende vogel, zich verdacht gedragend individu en paar. Let op nestindicerend gedrag, o.a. vogel met voer (mannetje verzorgt broedend vrouwtje totdat jongen dikke week oud zijn, daarna voedseltransport door beide partners. Oppassen voor ongepaarde vogel (ongepaarde man roept veelvuldig, terwijl broedvogel na korte periode zwijgzaam is). Vliegvlugge jongen (herkenbaar aan kortere snavel) zijn binnen enkele dagen zelfstandig; let op aanwezigheid oudervogels.
Documentatie
Uitgebreide documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode. Vanaf 1995 af en toe meldingen van broedverdachte Hoppen, vooral in Noord-Brabant, maar documentatie was veelal pover. Meldingen van territoria nemen sinds ongeveer 2010 toe met ook frequenter meldingen van broedgevallen (één in 2012 en 2020-21, twee in 2022).
Sovon garandeert desgewenst geheimhouding van de exacte locatie.
Bijzonderheden
Bij vermoeden van nest dit met rust laten. Nest is na uitvliegen van de jongen aan de stank goed herkenbaar.
Broedbiologie
Broedend in (half)open extensief cultuurlandschap met voldoende aanbod aan nestholen, zowel oude spechtenholen (Groene Specht) als steenhopen, brokkelige muren, nestkasten etc. Eileg half april tot in juni. Eén tot twee broedsels per jaar, meestal 5-8 eieren, broedduur 14-16 dagen, nestjongenperiode 26-30 dagen.