Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1980
- significante toename, <5% per jaar (+)
- laatste 12 jaar
- geen trend aantoonbaar (~)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Verreweg de meeste Zwarte Wouwen vertonen zich tijdens de voorjaarstrek, vooral in april en mei. Volwassen vogels trekken gemiddeld enkele weken eerder door dan onvolwassen vogels en blijven veel minder vaak enige tijd hangen. Van de wegtrek naar de Afrikaanse overwinteringsgebieden is weinig te merken. De trek is in Zuid-Europa al in september grotendeels voorbij. Waarnemingen in Nederland later in het jaar zijn heel bijzonder en hebben in sommige gevallen betrekking tot intergrades tussen Zwarte Wouw en Oostelijke Zwarte Wouw.
Broedtijd
Zwarte Wouw is in Nederland een vaste broedvogel geworden. Na een aantal mislukte broedpogingen en een incidenteel succesvol broedgeval (1996 bij Bussloo) broeden Zwarte wouwen jaarlijks in ons land vanaf 2009, vooral in Limburg. Daarnaast begonnen verschillende paren zonder resultaat aan een broedpoging. De broedgevallen langs de oostgrens sluiten aan op het meer wijd verbreide voorkomen in Nordrhein-Westfalen. Gezien de toename hier ligt een uitbreiding in ons land mogelijk in het verschiet. De Zwarte Wouw is wereldwijd een van de meest algemene roofvogels.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Zwarte Wouw.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Zwarte Wouw zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Zwarte Wouw als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half maart t/m half juli
Tijd van de dag
Gehele dag, met enige nadruk op periode 09.00-12.00 u en van 16.00 u tot zonsondergang.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 3 | 2 | 15-4 t/m 15-7 | 2000 |
Aanwijzingen
Bij waarnemingen van paren of individuen in potentieel broedbiotoop (vooral moerasbos) letten op territorium- of nestindicerend gedrag: balts (eerst paarsgewijs zweven boven broedgebied, met soms speelse 'schijnaanvallen' en duikvluchten; man kan blijven baltsen terwijl vrouw broedt; veel roepen), slepen met nestmateriaal (doorgaans dicht bij nest verzameld) en voedseltransport (let op: man bevoorraadt broedende vrouw op nest, vrouwtje gaat pas zelf jagen wanneer jongen halfwassen zijn; jagend tweetal tussen half april-half juni dus bepaald geen broedindicatieve waarneming). Nest (vaak verrassend klein, indien nieuw gebouwd) wordt opgesierd met vodden of plastic in nestkom.
Documentatie
Uitermate zeldzame broedvogel, al lijken broedgevallen iets frequenter voor te komen. Uitgebreide documentatie noodzakelijk; per datum waarnemingen beschrijven incl. broedcode.
Bijzonderheden
Balts(achtig)gedrag komt niet alleen bij broedplaats voor maar ook bij slaapplaats. Bij twijfel omtrent broeden kan het bos na de bladval nog worden bezocht: typisch wouwennest is goed herkenbaar aan rommel op nest.
Broedbiologie
Nestelend in halfopen landschappen, doorgaans in de buurt van visrijke wateren, vooral in moerasbos (graag in kolonie Blauwe Reigers), maar ook in ander loofbos, veelal aan de rand; in Duitsland ook in singels, gemengd bos of zelfs solitaire boom. Eileg in april-mei, vooral tweede helft april en begin mei. Eén broedsel per jaar, meestal 2-3 eieren, broedduur 31-32 dagen, nestjongenfase 42-45 dagen.