Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal individuen gegeven.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1980
- significante toename, <5% per jaar (+)
- laatste 12 jaar
- significante toename, <5% per jaar (+)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Hoewel Rode Wouwen het hele jaar gezien kunnen worden, zijn er toch duidelijke piekmomenten. In het voorjaar trekken volwassen vogels vooral in maart door, in april en mei gevolgd door exemplaren die nog niet tot broeden komen. Deze hebben, in tegenstelling tot de volwassen vogels, weinig haast en blijven soms enige tijd hangen. De najaarstrek piekt in oktober. Vooral op dagen met goede buizerdtrek is het niet ongewoon om een of meer Rode Wouwen te zien. Echte groepjes zijn echter zeldzaam, net als in het voorjaar. Overwinterende vogels, een schaars fenomeen, bestrijken een groot gebied.
Broedtijd
Toen de Rode Wouw in 1976 voor het eerst in Nederland nestelde, leek dit het begin van een kolonisatie. De stand nam immers in nabije gebieden in Duitsland toe en dit zou de bron voor een toename in Nederland kunnen zijn. De Rode Wouw bleef in ons land echter een onregelmatige broedvogel, waarvan de meeste nesten in Twente, de Achterhoek en Limburg gevonden zijn. Dat de vestiging niet echt doorzette, hangt vermoedelijk samen met een afname in het westen van Duitsland sinds 1990. Bovendien mislukten veel broedgevallen door vergiftiging of andere oorzaken. Vanaf 2010 broedt de soort jaarlijks in ons land, met wisselend broedsucces.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Rode Wouw.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Rode Wouw zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Rode Wouw als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin maart t/m half juli
Tijd van de dag
Gehele dag, met enige nadruk op periode 10-12 uur en van 16 uur tot zonsondergang.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 3 | 2 | 20-3 t/m 15-7 | 2000 |
Aanwijzingen
Bij waarnemingen van paren of individuen in potentieel broedbiotoop (vooral oud loofbos) letten op territorium- of nestindicerend gedrag: balts (paarsgewijs zweven boven broedgebied, met soms speelse 'schijnaanvallen' en duikvluchten, soms ook roepend; man kan blijven baltsen terwijl vrouw broedt), slepen met nestmateriaal (doorgaans dicht bij nest verzameld), agressie tegen andere roofvogels en Raven, voedseltransport (let op: man bevoorraadt broedende vrouw op nest, jagend tweetal tussen begin april-begin juni dus geen broedindicatieve waarneming), pas uitgevlogen jongen.
LET OP: Nest (verrassend klein, indien nieuw gebouwd; staart van broedende vogel vaak zichtbaar) wordt opgesierd met vodden of plastic in nestkom, niet met groene takken zoals bij Havik en Buizerd.
Balts(achtig)gedrag komt niet alleen bij broedplaats voor maar ook bij slaapplaats. Bij twijfel omtrent broedgeval kan worden gezocht naar het nest na de bladval: typisch wouwennest altijd herkenbaar aan rommel op het nest.
Documentatie
Zeldzame broedvogel waarvan, na een lange periode met onregelmatige broedgevallen, sinds 2010 jaarlijks een geleidelijk toenemend aantal broedgevallen worden gevonden. Uitgebreide documentatie noodzakelijk; per datum waarnemingen beschrijven incl. broedcode.
Bijzonderheden
Soort broedt met name in het oosten en zuiden van het land maar is ook gevonden in het noorden (Groningen) en midden (Veluwe). Sovon garandeert geheimhouding precieze locatie!
Broedbiologie
Nestelt meest in halfopen landschappen aan de rand van oudere bossen en bosjes, voornamelijk loofhout (in Duitsland ook in singels en op hoogspanningsmasten). Eileg van eind maart to begin mei, vooral april. Eén broedsel per jaar, meestal 2-3 eieren, broedduur 31-38 dagen, nestjongenperiode 45-50 dagen.