Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the annual survey of colonial and rare breeding birds. For each atlas square of 5x5 km the most counted number of breeding pairs is given.
Data derived from observations of rare non-breeding birds. The distribution is presented in 5x5 km squares.
Population trends
breeding bird trend
Data derived from the annual survey of colonial and rare breeding birds. Shown is the annual population index, calculated from national totals or population in core breeding areas (red dots) and the trendline (dark line)
- vanaf 1980
- significant increase, >5% a year (++)
- laatste 12 jaar
- significant increase, >5% a year (++)
non-breeding bird trend
Data derived from point-transect-counts in december. Shown is the annual population index (with standard error), calculated over about 500 transects with each 20 point-counts.
- vanaf 1991
- significant increase, >5% a year (++)
- laatste 12 jaar
- significant increase, < 5% a year (+)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
This chart is based on LiveAtlas. The reporting frequency per decade is shown, averaged over the last 5 years. The reporting frequency is the percentage of complete lists on which the species is registered.
Occurrence description
Buiten broedtijd
In augustus worden Middelste Bonte Spechten, mogelijk uitzwervende jonge vogels, in de ruime omgeving van de broedplaatsen gezien. Dit houdt aan gedurende het najaar, wanneer in sommige jaren ook enige trekbewegingen lijken voor te komen. Zo volgde de nieuwe vestiging in Nederland in 1996 op een relatief talrijk optreden in de voorgaande herfst en winter. Hetzelfde was het geval bij sommige 'sprongen' in de populatietoename. Waarnemingen ver buiten de broedgebieden zijn schaars. Middelste Bonte Spechten zijn inmiddels echter tot op de Waddeneilanden waargenomen.
Broedtijd
In het grootste deel van de twintigste eeuw was de Middelste Bonte Specht een zeldzaamheid. Van de negen broedgevallen tot en met 1995 stammen de meeste uit Twente rond 1960. Vanaf 1996 nestelt de soort jaarlijks in het land, in sterk toenemende aantallen. Na de eeuwwisseling steeg het aantal vlot van enkele tientallen naar vele honderden broedparen. De verspreiding bleef aanvankelijk beperkt tot Zuid-Limburg, gevolgd door Twente, de Achterhoek, het Rijk van Nijmegen en Noord-Brabant. De soort rukt nog steeds verder naar het noordwesten op. Deze expansie past binnen een uitbreidingsgolf die ook in Duitsland en België opviel. Hij werd bevorderd door het ouder worden van bos en extensiever bosbeheer, met een grotere tolerantie van dood of stervend hout.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Middle Spotted Woodpecker.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Middle Spotted Woodpecker in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
breeding bird
The conservation status of the Middle Spotted Woodpecker as breeding bird in the Netherlands is favourable.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | favourable | favourable | favourable | favourable |
non-breeding bird
The conservation status of the Middle Spotted Woodpecker as non-breeding bird in the Netherlands is favourable.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | favourable | favourable | favourable | favourable |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin February t/m eind June
Tijd van de dag
Vooral 's ochtends, maar in maart-april ook overdag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 1 | 15-2 t/m 15-6 | 500 | ||||||
X | . | . | . | 2 | 25-3 t/m 1-6 | 500 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen noteren, letten op territorium- of nestindicerend gedrag: roepsessies (nasaal 'wééh..wééh' en serie 'biek-biek-biek' roepjes), paar aanwezig, bezoek nesthol, bedelende jongen in nest enz. Gebruik van recorder (beide roepgeluiden) stimuleert roepactiviteit, maar moet spaarzaam worden toegepast i.v.m. verstoring en interpretatieproblemen (vogels kunnen van grote afstand op geluid afkomen).
LET OP: Onervaren waarnemers kunnen zich vergissen met opgewonden 'kik...kik' roepjes van Grote Bonte Specht (bij Middelste Bonte Specht neigt de roep echter naar een zwakke ''u'klank, roepjes ook minder schel) en moeten de maker van het geluid in beeld trachten te krijgen. Oppassen voor uitgevlogen jonge Grote Bonte Spechten (vanaf begin juni): hebben rode tekening op kop.
Ongepaarde mannetjes bestrijken grote gebieden en kunnen lang doorgaan met roepsessies (vooral 'wééh..wééh' geluid), terwijl broedvogels na half april zeer stil kunnen zijn. Ze kunnen aanleiding zijn tot serieuze overschatting van de aantallen!
Beide geslachten manifesteren zich nadrukkelijk op broedplaats; ze zijn aan kleedkenmerken te herkennnen, maar dit is vaak lastig (hoog in de bomen, beweeglijk). Bij zeer intensief waarnemen en fotograferen zijn alle vogels individueel herkenbaar.
Grote nestjongen (begin juni) bedelen fanatiek en het geluid is met enige ervaring te onderscheiden van dat van Grote Bonte Specht. Tips: soort broedt gemiddeld iets later dan Grote Bonte Specht; adulten met voer arriveren zwijgzamer bij nest en met grotere pauzes (Grote Bonte Specht vaak iedere 10 minuten); uit het nest hangende jongen herkenbaar aan ontbreken zwarte streep tussen oog en rode kruin (informatie B. Veenstra).
Documentatie
Hoogste broedcode opgeven bij gevallen binnen bekende broedgebieden (Twente, Achterhoek, Rijk van Nijmegen, Noord-Brabantse landgoedbossen, Zuid-Limburg). Elders broedgevallen graag zorgvuldig documenteren, met per datum hoogste broedcode.
Sovon garandeert desgewenst geheimhouding exacte locatie.
Bijzonderheden
Sinds 1996 jaarlijkse broedvogel met sterke populatietoename (1300-1800 paren in 2019). Verdere uitbreiding valt te verwachten.
Broedbiologie
Bewoont vrij oude en veelal vrij open loofbossen, zowel hardhout- als zachthoutsoorten. Aanwezigheid bomen met ruwe stam (eik, linde, els, wilg, populier) en hoog aandeel dood staand hout vaak markant binnen broedbiotoop. Aangrenzende hoogstamboomgaarden of parken worden geregeld gebruikt, in Duitsland ook in bosjes van 2-3 ha in halfopen landschap. Eileg eind april tot begin juni. Eén broedsel per jaar, meestal 5-6 eieren, broedduur 11-14 dagen, nestjongenperiode 20-23 dagen. Nesten kunnen, ook in Nederland, in optimale situaties op 250 m of minder van elkaar liggen.
Literatuur
de Bruijn O. & Wouda S. 2011. Het intieme leven van de Middelste Bonte Specht op Twickel onthuld door territoriumkartering op basis van individuele herkenning. Vogels in Overijssel 10: 88-109.