Distribution and trends
Distribution

This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, increased dot size showns possible breeding, probable breeding and confirmed breeding.

Data derived from observations of rare non-breeding birds. The distribution is presented in 5x5 km squares.
Population trends
breeding bird trend
Data derived from the annual survey of colonial and rare breeding birds. Shown is the annual number of breeding territories.
- vanaf 1990
- significant increase, < 5% a year (+)
- laatste 12 jaar
- no detectable trend (~)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
Data derived from observations of rare non-breeding birds.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Waarnemingen werden tot en met 1992 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, daarna geregistreerd door Sovon en Waarneming.nl. Bijeneters worden in ons land vrijwel uitsluitend waargenomen tussen eind april en half oktober. Ongeveer de helft van de waarnemingen valt in mei en begin juni, met de beste kansen bij aanhoudende winden tussen zuid en oost. Eind juli en begin augustus is er een kleine opleving. Relatief veel waarnemingen stammen uit het kustgebied. Meestal gaat het om solitaire vogels of duo's, een enkele maal om groepen tot een tiental of meer.
Broedtijd
De Bijeneter nestelde in 1964 voor het eerst in ons land. Vanaf de eeuwwisseling lijkt hij zich te ontwikkelen van incidentele tot bijna jaarlijkse broedvogel. Dat past binnen een noordwaartse uitbreidingstendens in Europa, mogelijk samenhangend met klimaatverandering. Het gaat bij ons per jaar om hooguit een handvol broedparen, die doorgaans een afgraving uitkiezen.
Birds directive
Conservation status
The European Bee-eater is protected under the European Birds Directive and the Nature Conservation Act. No Natura 2000 areas have been designated in the Netherlands for this species.
breeding bird
The conservation status of the European Bee-eater as breeding bird in the Netherlands is unknown.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
unknown | unknown | favourable | favourable | unknown |
non-breeding bird
The conservation status of the European Bee-eater as non-breeding bird in the Netherlands is unknown.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
unknown | unknown | favourable | favourable | unknown |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin May t/m half August
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 25-5 t/m 15-8 | 1000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen in geschikt biotoop (vliegende vogels met kijker volgen), speciaal letten op aanwezigheid individu/paar in geschikt broedbiotoop (let op 'pruu...pruu' roep), balts, nestbouw, voedseltransport en bezoek nesthol (jongen zitten in late broedfase in opening).
LET OP: Attentie bij waarneming in de ruime omgeving van steilranden (potentiële broedplaats). Controleer oeverzwaluwkolonies bij waarneming van pleisterende Bijeneter. Holen van succesvolle broedparen zijn ook na de broedtijd in augustus-september nog herkenbaar (resten van grotere insecten in en onder hol, duidelijke pootsporen).
Documentatie
Gedetailleerde documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Soort broedt tegenwoordig vrijwel jaarlijks met een of enkele paren in ons land, al blijven succesvolle broedpogingen zeldzaam. Gezien ontwikkelingen in omringende landen is toename in aantal broedgevallen te verwachten.
Broedbiologie
Nestelend in steilwanden van groeves en rivieren. Eileg eind april tot eind juni. Eén broedsel per jaar, meestal 5-7 eieren, broedduur 20-22 dagen, nestjongenperiode 31-33 dagen. Soortgenoten (ongepaarde vogels, en mislukte broedvogels) kunnen helpen bij aandragen voedsel. Paren met uitgevlogen jongen blijven vaak nog enige tijd in (zeer ruime) omgeving van broedplaats hangen.