Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1980
- significante toename, <5% per jaar (+)
- laatste 12 jaar
- geen trend aantoonbaar (~)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Waarnemingen werden tot en met 1992 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, daarna geregistreerd door Sovon en Waarneming.nl. Bijeneters worden in ons land vrijwel uitsluitend waargenomen tussen eind april en half oktober. Ongeveer de helft van de waarnemingen valt in mei en begin juni, met de beste kansen bij aanhoudende winden tussen zuid en oost. Eind juli en begin augustus is er een kleine opleving. Relatief veel waarnemingen stammen uit het kustgebied. Meestal gaat het om solitaire vogels of duo's, een enkele maal om groepen tot een tiental of meer.
Broedtijd
De Bijeneter nestelde in 1964 voor het eerst in ons land. Sinds 2010 broedt de soort jaarlijks in Nederland. Het gaat bij ons per jaar vooralsnog om hooguit 10-15 broedparen, die doorgaans een zandafgraving uitkiezen. De vestiging in ons land past binnen een noordwaartse uitbreidingstendens in Europa, mogelijk samenhangend met klimaatverandering.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Bijeneter.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Bijeneter zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Bijeneter als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Bijeneter als niet-broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin mei t/m half augustus
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 25-5 t/m 15-8 | 1000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen in geschikt biotoop (vliegende vogels met kijker volgen), speciaal letten op aanwezigheid individu/paar in geschikt broedbiotoop (let op 'pruu...pruu' roep), balts, nestbouw, voedseltransport en bezoek nesthol (jongen zitten in late broedfase in opening).
LET OP: Attentie bij waarneming in de ruime omgeving van steilranden (potentiële broedplaats). Controleer oeverzwaluwkolonies bij waarneming van pleisterende Bijeneter. Holen van succesvolle broedparen zijn ook na de broedtijd in augustus-september nog herkenbaar (resten van grotere insecten in en onder hol, duidelijke pootsporen).
Documentatie
Gedetailleerde documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Soort broedt tegenwoordig jaarlijks met enkele paren in ons land, al blijven succesvolle broedpogingen zeldzaam. Gezien ontwikkelingen in omringende landen is een verdere toename in aantal broedgevallen te verwachten.
Broedbiologie
Nestelend in steilwanden van groeves en rivieren. Eileg eind april tot eind juni. Eén broedsel per jaar, meestal 5-7 eieren, broedduur 20-22 dagen, nestjongenperiode 31-33 dagen. Soortgenoten (ongepaarde vogels, en mislukte broedvogels) kunnen helpen bij aandragen voedsel. Paren met uitgevlogen jongen blijven vaak nog enige tijd in (zeer ruime) omgeving van broedplaats hangen.