Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze grafiek is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Weergegeven is een geïndexeerd aantal per maand. Eerst zijn per atlasblok voor elke maand de aantallen gemiddeld over alle teljaren, het resultaat daarvan is voor elke maand gemiddeld over alle atlasblokken.
Beschrijving voorkomen
Voorkomen
Ruigpootuilen broeden in Wallonië (België) en de aan Nederland grenzende Duitse deelstaten in sterk wisselende, meestal kleine aantallen. In ons land is de soort vrijwel uitsluitend bekend van Drenthe. Hier werden in 1972-79 tot 9 territoriale mannetjes vastgesteld en vonden minstens twee (mislukte) broedgevallen plaats. Na onregelmatige waarnemingen in de jaren tachtig en negentig is de soort vanaf 2008 weer in Drenthe vastgesteld. Ondanks succesvolle broedgevallen lijkt de basis voor definitieve vestiging smal te zijn; het ging nooit om meer dan enkele vogels. Ook op de Veluwe zijn wel eens (territoriale) Ruigpootuilen ontdekt. Waarnemingen worden beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. Zie voor aanvaarde waarnemingen www.dutchavifauna.nl
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Ruigpootuil.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Ruigpootuil zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Ruigpootuil als broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is (vooralsnog) niet te bepalen.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin februari t/m eind juli
Tijd van de dag
In schemering en 's nachts.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 2 | 25-1 t/m 30-6 | 1000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen noteren met speciale aandacht voor roepende vogels en bedelende jongen (zie Bijzonderheden). Systematisch bossen afwerken met recorder kan zinvol zijn. Maak kruispeiling van geluid, dat honderden meters verwijderd kan zijn. Bij lokaal gunstige situatie kunnen territoria dicht bijeen bezet zijn (Duitsland: tot 40 m afstand).
Documentatie
Uitgebreide beschrijving soort (geluidsopname) en gedetailleerde documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode. Soort wordt beoordeeld door CDNA. Territoria worden af en toe gemeld (Drenthe, Veluwe), maar zekere broedgevallen zijn uitermate schaars. SOVON garandeert desgewenst geheimhouding exacte locatie!
Bijzonderheden
Zang meestal vanuit boomtop, waardoor het geluid ver draagt. Vooral te horen in februari en maart, valt stil na eileg. In Nederland (meeste mannetjes waarschijnlijk ongepaard) soms door zingend tot in juni. Bedelgeluid van jongen lijkt op zachte versie van bedelende Bosuilen. De bibberroep van een Bosuilen (zowel mannetje als vrouwtje) kan soms verrassend lijken op de zang van een Ruigpootuil, maar is te snel en heeft in het algemeen meer lettergrepen. Zang Ruigpootuil begint soms met roller van meer dan 12 segmenten, maar neemt dan snel af tot 5-7 segmenten ('poe-poe-poe-poe-poe-poe,'). Bosuil-roller gaat sneller, segmenten zijn nauwelijks van elkaar gescheiden en er treedt na verloop van tijd geen vertraging op. Vrouwtje roept karakeristiek kort 'chuk,'.
Broedbiologie
Nestelend in oude naald- en gemengde bossen, ook wel beukenbos, veelal de randen mijdend; in Nederland uitsluitend in grote bossen (veelal sparrenbos met oude loofbomen en kaalkap/jonge aanplant). Nestelt in holen van Zwarte Specht, zelden Groene Specht en in nestkasten van geschikt formaat. Eileg begin april tot in mei, maar in muizenrijke jaren ook vroeger. Eén tot twee broedsels per jaar (bij zeer gunstige voedselsituatie twee ineengeschoven broedsels mogelijk), meestal 3-6 eieren, broedduur 26-28 dagen per ei (bebroeding vanaf eerste ei), nestjongenperiode 29-36 dagen, jongen worden 4-6 weken gevoerd.
Literatuur
van Manen W., Pot A., Ottens G. & Jonker M. 2009. Ruigpootuilen in Drenthe in 2008. Limosa 89: 49-58.