Verspreiding en trends
Verspreiding

Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.

Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1990
- significante toename, <5% per jaar (+)
- laatste 12 jaar
- significante toename, >5% per jaar (++, minimaal verdubbeling in 15 jaar)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Niet-broedende Steltkluten worden voornamelijk tussen april en september gezien op ondiepe zoete tot brakke wateren. De jaarlijks waargenomen aantallen schommelen hevig. Net als bij broedvogels ligt een verband met de neerslaghoeveelheden in Zuid-Europa in het voorjaar voor de hand.
Broedtijd
Steltkluten broeden vanaf 1931 in Nederland maar doen dat niet jaarlijks. Jaren waarin de soort ontbreekt worden afgewisseld met jaren waarin tot enkele tientallen paren een broedpoging wagen. Vooral het Deltagebied is in trek om te broeden, in recente jaren ook het noordoosten van het land. Soms nestelen verschillende paren dicht bijeen. Topjaren in Nederland vallen samen met bijzonder droge voorjaren in Zuid-Europa. Blijkbaar dwingt dit Steltkluten om het noordelijker binnen Europa te zoeken. Broedgevallen in Nederland leveren maar zelden vliegvlugge jongen op.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Steltkluut is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland geen Natura 2000-gebieden aangewezen.
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Steltkluut als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Steltkluut als niet-broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | gunstig | gunstig | onbekend |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin mei t/m eind juli
Tijd van de dag
Gehele dag, wellicht enige voorkeur voor avond.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 2 | 10-5 t/m 15-7 | 1000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen in geschikte biotoop (zeer variabel, zie Broedbiologie) noteren en letten op territorium- of nestindicerend gedrag: aanwezig paar (let op verschillen in verenkleed), balts (met sprongetjes in de lucht), nestbouw, alarm (met veel roepen nerveus rondvliegen boven broedplaats; schijnvaanvallen; met hangende poten boven verstoringsbron blijven), pulli (vaak in dichte vegetatie verblijvend). Locaties waar paring, broeden en opgroeien der jongen plaatsvinden kunnen vele kilometers uit elkaar liggen. Mislukte broedvogels vertrekken vaak onmiddellijk uit het terrein.
Documentatie
Uitgebreide documentatie nodig inclusief hoogste broedcode per datum. Mislukte broedgevallen uiteraard doorgeven!
Bijzonderheden
Meestal zeldzaam, maar in sommige jaren tientallen broedpogingen, met verspreidingskern in Deltagebied. Broedgevallen in Nederland maar zelden succesvol.
Broedbiologie
Zowel in zoete als brakke milieus optredend in open landschappen met ondiep water en zowel slik- of zandstroken en (enige) vegetatie. Broedgevallen in velerlei biotopen mogelijk, van voormalige schorren en kreken tot droogvallende vennen, vernatte hoogvenen, vloeivelden, geïnundeerde polders en opspuitterreinen. Bodemnest op eilandjes, in oevervegetatie, op drijvende vegetaties etc. Solitair of in kleine 'kolonies' nestelend.
Vogels vanaf derde kalenderjaar geslachtsrijp. Eileg half mei tot half juni. Eén broedsel per jaar, meestal 3-4 eieren, broedduur 22-24 dagen, jongen (nestvlieders) na 28-32 dagen vliegvlug. Familieverband (beide partners verzorgen jongen) soms nog tijdens trek intact.