Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Steppekiekendieven worden vrijwel uitsluitend tijdens de doortrek gezien. De voorjaarstrek speelt zich af van eind maart tot begin mei, met de piek in april. De najaarstrek loopt van eind augustus tot in november, met de meeste meldingen in september en begin oktober. Zomer- en winterwaarnemingen zijn uiterst zeldzaam. Een enkele keer blijft een vogel wat langer hangen. Sinds de eeuwwisseling lijkt de soort talrijker te zijn geworden, samenvallend met een westelijke uitbreiding van het broedgebied. Deels zal de toename ook worden veroorzaakt door betere veldkennis bij waarnemers. Een reële toename is echter aannemelijk.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Steppekiekendief.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Steppekiekendief zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Steppekiekendief als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half april t/m half augustus
Tijd van de dag
Half april t/m half augustus
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 3 | 2 | 25-4 t/m 15-8 | 1000 |
Aanwijzingen
Bij waarnemingen van paren of individuen in potentieel broedbiotoop (vooral open cultuurland) letten op territorium- of nestindicerend gedrag, vooral balts (paarsgewijs soms op grote hoogte), slepen met nestmateriaal, voedseltransport, prooiovergave of pas uitgevlogen jongen.
LET OP: Jagende vogels weinig bruikbaar. Voedselvluchten man tot op zeker 5 km van nest (probeer vogel te volgen tot hij prooi heeft en terugvliegt naar nest). Vrouw jaagt pas mee wanneer jongen vrij groot zijn; veelal in directe omgeving van nest.
Documentatie
Broedgevallen uitgebreid documenteren; geef per datum de hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Incidentele broedvogel in Nederland, soms als mengpaar met Grauwe Kiekendief. Het eerste broedgeval vond in 2017 plaats in een veld met wintergerst in Groningen (zuiver paar). De soort wordt in Nederland goed gevolgd door Werkgroep Grauwe Kiekendief (www.grauwekiekendief.nl).