Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
De eerste vogels worden in april gezien, de laatste gewoonlijk in september. De piek midden in de zomer betreft grotendeels langdurige pleisteraars. Het merendeel van de Slangenarenden die in Nederland worden waargenomen is in onvolwassen kleed.
Broedtijd
Er zijn geen concrete aanwijzingen voor broedgevallen ondanks de langdurige aanwezigheid van soms verschillende vogels in grote heide- en hoogveengebieden, sinds eind jaren negentig een jaarlijks fenomeen. Volwassen overzomeraars zijn nog steeds zeldzaam en komen steevast te laat in Nederland aan (vaak pas in juni). De kans op een toekomstig broedgeval is echter niet uitgesloten, mede gezien de toename van de toch al omvangrijke populatie in Frankrijk. Waarnemingen werden tot en met 2011 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, daarna geregistreerd door Sovon en Waarneming.nl.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Slangenarend.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Slangenarend zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Slangenarend als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Lokaliseren van broedparen
Tijd van het jaar
Begin april t/m half augustus
Tijd van de dag
Van enkele uren na zonsopkomst tot in de avond.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 3 | 2 | 10-5 t/m 15-8 | 2000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen, met speciale aandacht voor aanwezigheid van paar (voert stuiterende baltsvlucht uit, vaak onder langdurig roepen; kan tot in augustus voorkomen) en aanwijzingen voor nest (transport van nestmateriaal of voedsel, bedelend groot jong).
LET OP: Overzomerende vogels of trekkers kunnen met prooi (meestal slang) rustige zitplaats opzoeken; niet verwarren met gerichte voedselvluchten indien er een nest is.
Documentatie
Soort heeft nog nooit in Nederland gebroed en vogels die er soms langdurig verblijven waren voor zover bekend nooit gepaard. Eventueel broedgeval is echter niet geheel uit te sluiten. Dan uiterste zorgvuldigheid betrachten en geval uitvoerig documenteren, liefst met foto's. Zoek na de bladval het nest op.
Broedbiologie
Boombroeder, nestelt in boomtop of -kroon (vaak dennen of eiken), soms op oud roofvogelnest. Eileg van half april tot begin mei. Eén broedsel per jaar, altijd 1 ei, broedduur 42-45 dagen, nestjongenperiode 70-75 dagen, daarna 1 week als takkeling bij nest.