Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of breeding pairs is given.
Population trends
Not enough data.
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
Not enough data.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Kortsnavelboomkruipers zijn vermoedelijk, net als Boomkruipers, heel standvastig. Ze blijven jaarrond min of meer in hun broedgebied. De waarnemingen op grote afstand daarvan, bijvoorbeeld op de Waddeneilanden, betreffen de Noord-Europese vorm (Taigaboomkruiper Certhia familiaris familiaris). Dit is een jaarlijkse maar zeldzame gast in vooral de noordelijke provincies.
Broedtijd
De Kortsnavelboomkruiper Certhia familiaris macrodactyla is de Midden-Europese vorm van de Taigaboomkruiper.. Het verspreidingsgebied van de Kortsnavelboomkruiper reikt inmiddels tot in ons land. De eerste broedgevallen vonden in 1993 plaats bij Vaals in Zuid-Limburg. De verspreiding bleef aanvankelijk beperkt tot de aan Duitsland grenzende delen van Limburg. Vanaf de eeuwwisseling werden ook andere delen van het land bezet, steeds in de grensstreek: Westerwolde (Groningen), Twente (Overijssel) en de Achterhoek, het Montferland en het Rijk van Nijmegen (Gelderland). Voorzichtig lijkt ook de sprong te zijn gemaakt naar de Veluwe en andere westelijker gelegen gebieden. De onopvallende, niet iedere vogelaar bekende zang maakt het lastig om de uitbreiding precies te volgen.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Central European Treecreeper.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Central European Treecreeper in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
breeding bird
The conservation status of the Central European Treecreeper as breeding bird in the Netherlands is favourable.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | favourable | favourable | favourable | favourable |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin February t/m eind June
Tijd van de dag
Aan begin broedseizoen vrijwel de hele dag actief (maar weinig opvallend bij matige/strenge vorst in de vroege ochtend), later vooral in de ochtend.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 1 | 15-2 t/m 20-6 | 300 | ||||||
X | X | . | . | 2 | 15-2 t/m 20-6 | 300 |
Aanwijzingen
Zingende vogels (fluitend 'siuuu' en rollende triller), aangevuld met waarnemingen van paren, nestbouw (door vrouwtje, op de voet gevolgd door mannetje; vliegt soms honderden meters voor geschikt materiaal) en transport van voedsel (mannetje voert broedend vrouwtje, beide partners voeren jongen) of ontlastingspakketje (beide partners).
Zang op mooie dagen in nawinter al volop te horen. Bereikt piek net voor eileg (mannetje brengt triller ten gehore vlak bij nesthol) maar valt stil rond nestbouw; let dan op drukke roepjes ('dwied..dwied'). Fanatiek zingende mannen in mei zijn ongepaard. Luidruchtige families met uitgevlogen jongen (eind mei en juni) zorgen voor opleving in detecteerbaarheid (maar pas op met goed vliegende jongen: kunnen honderden meters van nestplaats zijn).
LET OP: oppervlakte van territorium kan sterk verschillen, van klein bij hoge dichtheden (besteed dan speciale aandacht aan nestbouw, om individuele paren uit elkaar te houden) tot groot bij lage dichtheden (let op 'uitsluitende waarnemingen').
Broedbiologie
Broedt in oud loofbos en gemengd bos met doorgaans hoog aandeel eiken of beuken, ook wel in parken en grote tuinen. Nest (meestal in oud spechtenhol of rotplek, soms in nestkast) krijgt op maat gemaakte ingang door pleisterwerk. Eileg van begin april tot half mei. Eén broedsel per jaar, meestal 6-7 eieren, broedduur 15-19 dagen, nestjongenperiode 23-26 dagen. Familiegroepjes nog twee weken na uitvliegen intact, daarna verdwijnen de jongen uit het territorium.