Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Voorkomen
Exoot
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is identiek aan die van broedvogels, omdat het om dezelfde vogels gaat.
Van deze soort is geen Staat van Instandhouding beschikbaar.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin februari t/m eind juni
Tijd van de dag
Vooral 's ochtends.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 25-2 t/m 25-5 | 300 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen, met speciale aandacht voor zang (vooral maart, met soms opleving half mei-half juni), aanwezigheid paar, nestbouw en voedseltransport (mannetje kan broedend vrouwtje van voedsel voorzien, beide ouders voeren nestjongen).
LET OP: Determinatie op grond van een enkel kenmerk is riskant; vooral combinatie zang (Pimpelmees-achtig maar vrij zacht), roep (langgerekt en hoog) en uiterlijk is diagnostisch. Ervaren tellers vinden relatief veel territoria via de roep ('s ochtends vaak veelvuldig voortgebracht, en soms overgaande in zang). Soort imiteert soms zang van Boomkruiper (omgekeerde schijnt niet voor te komen). Wisselende reactie op gebruik van recorder, maar geluid afdraaien zeker in gebieden met lage dichtheid het proberen waard.
Tweede broedsel vindt in nieuw gebouwd nest plaats; oppassen voor dubbeltelling!
Documentatie
Soort broedt sinds 1993 in uiterste zuidoosten van ons land (vooral oud eikenberkenbos met veel losse schors; ook gemengd bos). Lokaal ook elders uit Oost-Nederland gemeld, maar documentatie niet altijd voldoende. Buiten kerngebied Zuid-Limburg is uitgebreide documentatie (geluidsopname) noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode en graag ook beschrijving uiterlijk vogels en zang. gewenst.
Bijzonderheden
Voorkomen wordt mogelijk onderschat door onbekendheid met onopvallende zang. Voor aanvang van het broedseizoen de zang nog eens goed inprenten! Maart is goede tijd voor inventarisatie vanwege zangpiek, maar ook omdat zachte zang dan niet wordt overstemd door vele andere soorten (zoals in mei-juni).
Broedbiologie
Broedt in oudere loofbossen, soms ook in gemengd bos, veelal met een hoog aandeel eiken, dood hout en bomen met losse schors. Nestelt op variabele hoogte in boomspleet of achter loszittende bast, weinig in boomholten. Eileg begin april tot eind juni, vooral tweede helft april en begin mei. Een tot twee broedsels per jaar, meestal 5-6 eieren, broedduur 13-15 dagen, nestjongenperiode 17-18 dagen, jongen worden na uitvliegen nog 8-10 dagen gevoerd.