Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Vrijwel alle waarnemingen vallen tussen half mei en eind juni en betreffen zingende vogels. Broedvogels kunnen tot ver in juli aanwezig zijn. Er zijn maar weinig waarnemingen bekend uit augustus-oktober, waarschijnlijk mede omdat Nederland aan de noordgrens van het verspreidingsgebied gelegen is en daardoor weinig doortrek van omringende landen hoeft te verwachten.
Broedtijd
Sinds midden jaren negentig worden jaarlijks enkele territoria ontdekt en in recente jaren lijkt er sprake van een toename. Ze leveren echter slechts zelden zekere broedgevallen op, soms door mengparen met Spotvogel. De meeste territoria worden bezet door solitaire mannetjes. Zuid-Limburg, nabij de omvangrijke en sterk toegenomen broedpopulatie in Wallonië (België), levert verreweg de meeste waarnemingen op. Van de overige meldingen stamt een groot deel van bezuiden de Grote Rivieren en langs de Noordzeekust. Waarnemingen werden tot en met 2005 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. Sindsdien worden meldingen geregistreerd door Sovon en Waarneming.nl.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Orpheusspotvogel.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Orpheusspotvogel zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Orpheusspotvogel als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is (vooralsnog) niet te bepalen.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin mei t/m eind juli
Tijd van de dag
Vooral 's ochtends.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 2 | 10-5 t/m 15-7 | 300 |
Aanwijzingen
Territoriumindicerende waarnemingen (zang, kenmerkend maar weinig opvallend en velen onbekend), opletten voor aanwijzingen voor broeden: nestbouw, alarm (duidelijk anders dan Spotvogel) en transport voedsel of uitwerpselen.
LET OP: Mengparen met Spotvogel kunnen voorkomen, evenals (hybride) vogels met kenmerken van beide soorten. Veel bij ons opduikende vogels zijn vermoedelijk ongepaard (zingen fanatiek door); let op of er een tweede vogel aanwezig is en besteedt extra aandacht aan locaties waar de zang grotendeels verstomd is (kan duiden op broeden, indien tenminste nog aanwezig).
Documentatie
Uitgebreide beschrijving soort, evt. geluidsopname en gedetailleerde documentatie noodzakelijk met hoogste broedcode per waarnemingsdatum.
Bijzonderheden
Soort heeft enkele malen in Nederland gebroed; gezien ontwikkelingen ten zuiden van ons land lijkt definitieve vestiging als regelmatige broedvogel voor de deur te staan.
Broedbiologie
Broedt vooral in halfopen cultuurlandschap met doornstruiken en uitgebreide kruidenvegetaties, in Duitsland en België graag op uit de productie genomen dichtgroeiende landbouwgronden, randen van afgravingen, struikrijke bermen en kalkgrashellingen met struikgewas. Eileg half mei tot half juni (vervolglegsels tot in juli). Eén broedsel per jaar, meestal 4-5 eieren, broedduur 12-14 dagen, nestjongenperiode 11-13 dagen, jongen na uitvliegen nog minstens 2 weken verzorgd door ouders.