Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal individuen gegeven.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is de jaarlijkse populatie-index, gebaseerd op de gehele populatie of aantallen in de belangrijkste broedgebieden (rode punten) en de trendlijn (donker gekleurde lijn).
- vanaf 1989
- significante toename, <5% per jaar (+)
- laatste 12 jaar
- geen trend aantoonbaar (~)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Losgelaten of ontsnapte Kwakken blijven waarschijnlijk het hele jaar in Nederland. Hun jongen trekken deels weg. Vogels uit de collecties van het Zwin in Vlaanderen worden regelmatig in het Deltagebied gezien. In april-mei maar vooral juli-augustus duiken Kwakken op buiten de bekende Nederlandse broedgebieden. In de nazomer betreft het waarschijnlijk Franse vogels die noordwaartse trek vertonen. Zulke Kwakken, vaak in onvolwassen kleed en zich aansluitend bij volwassen soortgenoten, kunnen ten onrechte worden aangezien voor lokale Nederlandse broedvogels.
Broedtijd
Op verschillende locaties broeden in totaal enkele tientallen paren. Het zijn vooral nazaten van losgelaten of uit collecties ontsnapte Kwakken. Voorbeelden zijn Artis in Amsterdam, Avifauna bij Alphen a/d Rijn en Blijdorp in Rotterdam. Kwakken van mogelijk wilde herkomst nestelen af en toe elders, vooral in het rivierengebied en de Biesbosch. Rond 1880 verdween de laatste van de grote kolonies die ons land ooit rijk was. De verdwijning was een gevolg van grootschalig eierrapen en drooglegging van moerassen. Sindsdien waren er alleen in de Biesbosch en de Peel tijdelijke kolonies van enkele tientallen paren. Rond 1990 waren deze verdwenen, maar begonnen wel losgelaten of ontsnapte vogels her en der te broeden. In moerasgebieden verspreid over heel het land kunnen kleine kolonies ontstaan, die in de regel na hooguit elke jaren weer verdwijnen. Ook worden soms Kwakken soms broedend aangetroffen in kolonies Blauwe Reigers.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Kwak.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Kwak zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Kwak als broedvogel in Nederland is matig ongunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
matig ongunstig | gunstig | gunstig | gunstig | matig ongunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is (vooralsnog) niet te bepalen.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half april t/m eind juli
Tijd van de dag
Vooral ochtend- en avondschemer (in vlucht roepende vogels), roepende vogel vanuit dekking ook wel overdag, evenals voedselvlucht.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 10-4 t/m 15-7 | 2500 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen van volwassen vogels, met nadruk op roepende vogel. Onderscheid maken tussen pleisterende vogels en vliegende (richting intekenen, opletten of ze invallen).
LET OP: Solitaire volwassen vogels alleen meetellen indien gedrag op broeden wijst (omschrijf waarneming nauwkeurig). Waarnemingen van onvolwassen vogel alleen tellen indien het om een niet-vliegvlugge vogel gaat. Vliegvlugge onvolwassen vogels van buitenlandse origine maken grote omzwervingen en zoeken soortgenoten op; niet meetellen dus.
Broedvogels maken voedselvluchten tot op 5-10 km van nest. Attent zijn op geringde vogels!
Documentatie
Een omvangrijk deel van de Kwakken broedt in of nabij dierentuinen en bestaat uit (nakomelingen van) losgelaten vogels. Broedgevallen van (vermoedelijk) wilde vogels zijn schaars. Zulke gevallen graag goed documenteren, met in ieder geval hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Vaak jarenlang op dezelfde locatie broedend. Broeden wordt soms voorafgegaan door tijdelijke aanwezigheid van adulte en onvolwassen vogels in juli-augustus; zulke plekken dus een jaar later controleren.
Nesten zijn ook na het uitvliegen van de jongen herkenbaar. Bij vermoeden van broedgeval: na broedseizoen geschikte locaties (bijv. dichte jonge wilgenbosjes) doorzoeken op oude nesten (let op uitwerpselen, maak foto's of omschrijf nest en nestplaats nauwkeurig).
Uitgezette of ontsnapte vogels kunnen zich lange tijd op dezelfde plaats ophouden (soms stadsparken met waterpartijen).
Broedbiologie
Nestelt in 'ondoordringbare' bosjes (in boom of struik, veelal wilgen), soms in kleine kolonies maar bij ons vermoedelijk vooral solitair of in kolonies van andere reigers. Meestal klein, zelfgebouwd nest, soms broedend op oud reigernest. Eén broedsel per jaar, meestal 5 eieren, broedduur 21-22 dagen, nestjongenperiode 20-25 dagen (waarna jongen als takkeling rondklauteren in de omgeving), jongen met 40-50 dagen vliegvlug.