verspreiding_en_trends
Verbreiten
aantalsontwikkeling
broedsucces_en_overleving
seizoensvoorkomen
beschrijving_voorkomen
Buiten broedtijd
Braamsluipers komen in meerderheid vanaf half april aan in ons land. Nieuwe vestigingen doen zich voor tot diep in mei. Vogels die na enkele dagen zingen stilvallen (zoals gebruikelijk na de eileg), worden wel eens abusievelijk voor doortrekkers aangezien. De najaarstrek begint eind juli en is half september vrijwel afgesloten. Laatkomers worden nog in oktober gezien, enkele winterwaarnemingen betreffen (zeer waarschijnlijk) de oostelijke ondersoorten Blythi of Halimodendri.
Broedtijd
Braamsluipers zijn het talrijkst in duingebieden met doornstruwelen en kleinschalig boerenland met veel heggen op kleigronden. Grote bosgebieden worden gemeden. In stedelijk gebied bewoont de soort parken, tuinen en bermbeplanting. In de lage delen van het land wist de Braamsluiper sinds ca. 1975 te profiteren van toegenomen beplanting in voorheen open gebied. Op de hoge gronden, daarentegen, ging broedgelegenheid verloren bij onder andere ruilverkavelingen. De soort trekt in zuidoostelijke richting weg en heeft mogelijk te lijden onder catastrofale droogte in Oost-Afrika.
Vogelrichtlijn
staat_van_instandhouding
svi_geenn2k1
svi_geenn2k2
svi_geenn2k3 svi_geenn2k4
Brutvogel
Der Erhaltungszustand von der Klappergrasmücke als Brutvogel in den Niederlanden ist unfavourable (inadequate).
Bewertung des Erhaltungszustands | ||||
Verbreiten | Bevölkerung | Lebensraum | Zukunft | Endgültiges Urteil |
favourable | unfavourable (inadequate) | favourable | favourable | unfavourable (inadequate) |
nicht brütender Vogel
Der Erhaltungszustand von der Klappergrasmücke als nicht brütender Vogel in den Niederlanden ist unknown.
Bewertung des Erhaltungszustands | ||||
Verbreiten | Bevölkerung | Lebensraum | Zukunft | Endgültiges Urteil |
unknown | unknown | unknown | unknown | unknown |
aangewezen_gebieden
geen_aangewezen_gebieden
telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half April t/m half Juli
Tijd van de dag
Vooral in de ochtend.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
gültige Beobachtungen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | JA | 1-9 | 10-16 | 17+ | 1 | 20-4 t/m 25-6 | 300 |
Aanwijzingen
Zang (rateltje, soms voorafgegaan door of beperkt tot gebrabbel), alarm (fel roepend in omgeving nest of uitgevlogen jongen), nestbouw (mannetje bouwt verschillende platformpjes, vrouwtje maakt keus en voltooit een der bouwsels), transport van voedsel of uitwerpselpakketje (beide partners).
LET OP: zingende vogels kunnen zich in lijnvormige landschapselementen over honderden meters tot wellicht 1 km verplaatsen, telkens van zangpost wisselend. Enige doortrek (ook van zingende vogels) mogelijk tot in mei, maar denk niet te snel aan doortrekkers: broedvogels kunnen na paarvorming, nestbouw en eileg (soms binnen enkele dagen na aankomst) vrijwel van de aardbodem verdwenen lijken, om pas na enkele weken (met uitgevlogen jongen of via hernieuwde zangactiviteit) blijk van aanwezigheid te geven.
Broedbiologie
Broedt in halfopen tot open landschappen, zowel in natuurterrein (vooral duinen, schaars in bosranden en verjongingsvlakten), als kleinschalig agrarisch cultuurlandschap en stedelijke bebouwing.
Eileg van eind april half juni, met piek in mei. Eén broedsel per jaar, meestal 4-5 eieren, broedduur 11-14 dagen, nestjongeperiode 11-13 dagen, jongen worden na uitvliegen nog ca. 3 weken verzorgd.