Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1980
- significante toename, >5% per jaar (++, minimaal verdubbeling in 15 jaar)
- laatste 12 jaar
- significante toename, >5% per jaar (++, minimaal verdubbeling in 15 jaar)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Waarnemingen werden tot en met 1995 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, en daarna geregistreerd door Sovon en Waarneming.nl. De Witwangstern wordt bijna uitsluitend gezien tussen eind april en half september, met name in de noordwestelijke helft van het land. De meeste meldingen vallen in mei en juni. Waarnemingen in het najaar zijn zeldzaam, incidenteel is de soort zelfs in de winter gezien.
Broedtijd
Witwangsterns broeden onregelmatig in Nederland. Het gaat veelal om solitaire paren of kleine kolonies. Soms echter nestelen enkele tientallen paren, zoals in 1938 en 2012. Broedgevallen zijn zowel van de hoge als de lage gronden bekend. Vanaf 2013 broedt de soort jaarlijks in klein aantal in het Zuidlaardermeer.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Witwangstern is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen als broedvogel.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Witwangstern als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Bron: Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000. Zie Kerninformatie op deze pagina.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Nesten tellen, evt. volwassen paren/individuen tellen op broedplaats.
Tijd van het jaar
Half mei t/m half juli
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 2 | 25-5 t/m 30-6 | 1000 |
Aanwijzingen
Bij waarneming in potentiële broedbiotoop (wateren met veel drijvende vegetaties) opletten of er aanwijzingen zijn voor een broedgeval: balts (al roepend hoog opschroeven en weer dalen, soms ook prooiovergave), nestbouw, bezoek (vermoedelijk) nest, vogel in broedhouding, alarm en agressie (verdediging broedplaats door dreigen en achtervolgingsvluchten), voedseltransport, vogel met pulli enz.
Let op samenstelling paar. Nesten worden bij waterstandsveranderingen soms verlaten voordat eileg heeft plaatsgevonden. Vliegvlugge jongen kunnen zich op grote afstand van de nestplaats worden gevoerd.
Documentatie
Uigebreide documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Soort broedde tot 2012 onregelmatig in Nederland maar is sindsdien een jaarlijkse broedvogel in Noord-Nederland (m.n. Zuidlaardermeergebied).
Broedbiologie
Nestelt in stilstaande zoete of brakke wateren met goed ontwikkelde oevervegetatie en veel drijvende planten, ook in overstroomde uiterwaarden. Eileg begin juni tot half juli. Eén broedsel per jaar, meestal 3 eieren, broedduur 18-21 dagen, jongen (nestvlieders) vliegvlug met 21-26 dagen, worden nog 2-3 weken door beide ouders verzorgd.