Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1990
- geen significante aantalsverandering (0)
- laatste 12 jaar
- geen trend aantoonbaar (~)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
In de meeste jaren is de Witvleugelstern schaars en wordt hij het meest gezien in de nazomer (half juli-half september), vooral in het IJsselmeergebied te midden van groepen Zwarte Sterns. In sommige jaren, zoals 1997, 2007 en 2014, vindt een influx plaats die vooral de noordwestelijke helft van het land en het rivierengebied aandoet. Daarbij kunnen honderden exemplaren betrokken zijn en pleisteraars blijven soms enige tijd hangen. De eerste vogels verschijnen eind april en de piek valt in mei.
Broedtijd
De Witvleugelstern is een incidentele broedvogel. In 1979 broedde een exemplaar gepaard met een Zwarte Stern bij Ankeveen. In 2007, tijdens een grote influx, nestelden enkele paren succesvol in de Krimpenerwaard en de Sliedrechtse Biesbosch. In 2014 en 2015 broedde de soort in het Zuidlaardermeergebied na een grote influx in 2014. Een jaar later ook in de Onnerpolder. Tot definitieve vestiging als broedvogel is het nog niet gekomen. Sinds 2021 vinden broedgevallen plaats in de Zouweboezem, Ameide.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Witvleugelstern.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Witvleugelstern zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Witvleugelstern als broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Witvleugelstern als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Nesten tellen, evt. volwassen paren/individuen tellen op broedplaats.
Tijd van het jaar
Half mei t/m half juli
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 2 | 25-5 t/m 30-6 | 1000 |
Aanwijzingen
Bij waarneming in potentiële broedbiotoop (wateren met veel drijvende vegetaties) opletten of er aanwijzingen zijn voor een broedgeval: balts (al roepend hoog opschroeven en weer dalen, soms ook prooiovergave), nestbouw, bezoek (vermoedelijk) nest, vogel in broedhouding, alarm en agressie (verdediging broedplaats door dreigen en achtervolgingsvluchten), voedseltransport, vogel met pulli enz.
Let op samenstelling paar. Nesten worden bij waterstandsveranderingen soms verlaten voordat eileg heeft plaatsgevonden. Vliegvlugge jongen kunnen zich op grote afstand van de nestplaats worden gevoerd.
Documentatie
Uigebreide documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode.
Bijzonderheden
Soort broedt onregelmatig in Nederland (o.a. na voorjaarsinflux),
Broedbiologie
Nestelt in stilstaande zoete wateren met goed ontwikkelde oevervegetatie en veel drijvende planten, ook in overstroomde uiterwaarden. Eileg in juni. Eén broedsel per jaar, meestal 3 eieren, broedduur 18-22 dagen, jongen (nestvlieders) vliegvlug met 24-25 dagen, worden nog ca. 10 dagen door beide ouders verzorgd.