Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, increased dot size showns possible breeding, probable breeding and confirmed breeding.
This chart is based on the Atlas of the Dutch Birds (1987), an estimate of the numbers present is given for each atlas square of 5x5 km.
Population trends
waterbird trend
The data comes from the Waterbird Monitoring Network. For each season, the average number of birds (red dots), the trend line (dark blue) and associated standard error (light blue lines) are given. Seasons run from July to June.
- vanaf 1987
- significant decrease, <5% a year (-)
- laatste 12 jaar
- significant decrease, <5% a year (-)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
This chart is based on LiveAtlas. The reporting frequency per decade is shown, averaged over the last 3 years. The reporting frequency is the percentage of complete lists on which the species is registered.
Occurrence description
Buiten broedtijd
De soort verschijnt bij ons uitsluitend tijdens de doortrek. De voorjaarstrek begint eind april en piekt in de eerste helft van mei. De najaarstrek speelt zich voornamelijk af in juli en augustus, met een nasleep tot begin oktober. Bosruiters bezoeken ondiepe zoete of brakke wateren, met enige voorkeur voor vennen en nieuw aangelegde natte natuur. Meestal gaat het om enkelingen of kleine groepjes, maar soms om tientallen vogels, incidenteel meer dan een honderdtal. Zulke concentraties treden vooral op wanneer krachtige tegenwinden de trek tijdens de voorjaarspiek tijdelijk blokkeren.
Broedtijd
Bosruiters nestelden tot en met 1936 in heide- en veengebieden in Friesland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. Het enige zekere broedgeval van latere datum was dat in 2004 in de Ackerdijkse Plassen, een voor de soort atypische plek. Waarnemingen van baltsende Bosruiters in veengebieden suggereren de mogelijkheid van broedgevallen, maar kunnen even goed doortrekkers betreffen. De dichtstbijzijnde broedgebieden liggen in Noordwest-Duitsland.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Wood Sandpiper.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Wood Sandpiper in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
non-breeding bird
The conservation status of the Wood Sandpiper as non-breeding bird in the Netherlands is unfavourable (bad).
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | unfavourable (bad) | favourable | unfavourable (bad) | unfavourable (bad) |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half May t/m eind June
Tijd van de dag
Vooral in de ochtend.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 2 | 25-5 t/m 25-5 | 1000 |
Aanwijzingen
Alle waarnemingen in potentieel broedbiotoop (vooral hoogveen met plasjes en opslag) noteren en goed opletten of er aanwijzingen zijn voor broedgeval of territorium: baltsend paar of zingende vogel (vaak in vlucht), nestbouw, alarm (let scherp op aanwezigheid van kleine jongen) etc.
LET OP: Doortrek tot eind mei en vanaf begin juli, soms overzomeraars. Doortrekkers en overzomeraars kunnen baltsgedrag vertonen. Broedvogels gedragen zich veel stiekemer. Enige zekere broedgeval na 1936 vond op voor Nederland atypische locatie plaats (niet in hoogveen maar in Ackerdijkse Plassen ZH).
Documentatie
Soort broedde tot en met 1936 in ons land, daarna een hoogst enkele keer. Uitgebreide documentatie derhalve noodzakelijk, met goede beschrijving van broedgedrag (broedcodes).
Broedbiologie
Broedt in hoogveengebieden, nestelt meestal op de grond (nest goed verstopt in vegetatie) of in lage struik, in Oost- en Noordoost-Europa ook in boomnesten van lijsters of andere soorten.
Duitse gegevens wijzen op eileg tussen eind april en eind mei. Eén broedsel per jaar, meestal 4 eieren, broedduur 22-23 dagen, jongen (nestvlieders) worden door mannetje verzorgd terwijl vrouwtje vaak voor het vliegvlugge stadium (30 dagen) verdwijnt.
Literatuur
Teunissen B. 2005. Na bijna 70 jaar weer broedende Bosruiters in Nederland. Limosa 78: 103-106.
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Half juli tot begin oktober en half april-eind mei, hoogste aantallen eind juli-begin september en eind april-half mei.
Tijd van de dag
Gehele dag.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
Bijzonderheden
- Solitair of in groepen tot enkele tientallen
- Mengt vrij weinig met andere steltlopers, soms met Tureluur, Zwarte Ruiter en Groenpootruiter
- Meest op ondiepe plassen met slikkige oevers, natte gras- of bouwlanden etc.
- Afhankelijk van weersituatie tijdens voorjaarstrek (piek eind april/begin mei) opmerkelijk talrijk of juist schaars
- Tijdens voorjaarstrek soms groepsgewijze balts
- Mogelijk in zeer klein aantal overzomerend (vooral vennen)