Distribution and trends
Distribution
Data derived from waterbird monitoring scheme (mostly monthly counts during winter). Shown is the average number of birds per census unit.
Population trends
Not enough data.
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
Data derived from waterbird monitoring scheme (mostly monthly counts during winter). Shown is the monthly average number of birds for for the last five seasons. For each month is indicated which part is counted and what part is estimated (calculated using statistical methods). The red line shows the multi-year mean. This is the average over all months of the season, from July to June of the last five seasons. Months without estimation (indicated by ?) it is assumed that there were no birds.
Occurrence description
Buiten broedtijd
De Regenwulp is een doortrekker die vooral tussen half april – half mei en half juli – eind augustus wordt gezien. Zomerwaarnemingen zijn schaars, winterwaarnemingen zijn ronduit zeldzaam. De kenmerkende roep van overtrekkende vogels is vooral te horen in de kuststreken en in een smalle ZW-NO lopende baan dwars over het land. Pleisteraars bezoeken zowel zoute als zoete wateren en foerageren ook vaak op binnenlandse graslanden, met name in het westen en midden van Noord-Brabant en het noorden van Friesland. De watervogeltellingen leveren geen duidelijke trend op. Voorjaarstellingen op gemeenschappelijke slaapplaatsen tonen een verschuiving sinds 1970 van het binnenland (vooral Noord-Brabant, Overijssel en Drenthe) naar Noordoost-Nederland (Friesland, Drenthe) en vervolgens het Waddengebied.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Whimbrel.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Whimbrel in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
non-breeding bird
The conservation status of the Whimbrel as non-breeding bird in the Netherlands is favourable.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | favourable | favourable | favourable | favourable |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Hoogwatertelling
Tijd van het jaar
Half juni-begin oktober en eind maart-begin juni.
Tijd van de dag
Van 1 uur voor hoogwater tot 1 uur erna.
Aanwijzingen
- Hoogwatervluchtplaats (HVP) lokaliseren aan de hand van verplaatsingen rond hoogwater
- Oppassen met voorverzamelplaatsen! (vogels verkassen nog)
- Vaak massale aankomst op HVP
- Indien mogelijk (goed licht, overzichtelijke groepjes) aanvliegende vogels tellen, anders rustende vogels
- Tijdens hoogwater vaak rustend
- Deel vogels begint te foerageren bij zakkend water
- Bij grote gebieden ‘met het getij mee’ werken
- In onoverzichtelijke gebieden insteek maken of hoger punt zoeken (maar pas op voor verstoring!)
Bijzonderheden
- HVP in grazige gebieden (kwelders, binnendijkse graslanden), soms op slik- en zandplaten of in duinen; kleinere aantallen vaak ook op pieren en dammen (foeragerend)
- Vaak samen met Wulpen en Rosse Grutto’s en niet altijd eenvoudig te onderscheiden
- Rustende groepjes ‘wulpen’ nauwkeurig bekijken (telescoop).
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Half juni-begin oktober (hoogste aantallen juli-augustus) en eind maart-begin juni (half april-begin mei).
Tijd van de dag
Van 1 uur na zonsopgang tot 1,5 voor zonsondergang, in getijdengebieden tijdens hoogwater.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
- In getijdengebieden verplaatsingen onder invloed van getij
Bijzonderheden
- Solitair of in groepen tot enkele tientallen
- Op grasland, bouwland en ondiepe plassen
- Soms gemengd met Wulpen, andere steltlopers of meeuwen
- Korte doortrekpieken.
Slaapplaatstelling
Tijd van het jaar
Half juni-begin oktober (hoogste aantallen juli-augustus) en eind maart-begin juni (half april-begin mei).
Tijd van de dag
Avond: van 1,5 uur voor zonsondergang tot 1 uur erna
Ochtend: van 2 uur voor zonsopgang tot half uur erna
Beste tellen in avond (ochtendvertrek soms snel en massaal)
Aanwijzingen
- Slaapplaats lokaliseren door volgen van slaaptrek in avond (richting belangrijk!) of evt. gericht bezoeken van geschikte locaties rond zonsondergang
- Oppassen met voorverzamelplaatsen (vogels verkassen nog)
- Zoek telpunt met goed uitzicht op aan/afvliegende vogels
- Tegenlicht prettig want houdt vogels langer zichtbaar
- Grote slaapplaatsen met meerdere mensen tellen
- Vogels arriveren bij helder weer gemiddeld later dan bij donker weer
- Bij aanvang van telling aanwezige vogels noteren
- Vervolgens aan- of uitvliegende vogels noteren
Bijzonderheden
- Slaapplaatsen in waterrijke gebieden met ondiep water
- Tegenwoordig vooral op kwelders, vroeger vooral op venoevers en (verbrande) heide
- Aankomende vogels (vaak in luidruchtige groepen tot enkele tientallen) vliegen vaak enige tijd rond alvorens neer te strijken
- Tijdens ‘paniekvluchten’ gaan soms alle vogels de lucht in, om na enige tijd weer in te vallen (geeft de kans om de genoteerde aantallen te checken)