Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het gemiddelde seizoensgemiddelde (exemplaren) per (hoofd)telgebied.
Aantalsontwikkeling
watervogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het seizoensgemiddelde in de monitoringgebieden (rode punten), de trendlijn (donker gekleurde lijn) en het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn (lichtgekleurde lijn).
- vanaf 1980
- geen significante aantalsverandering (0)
- laatste 12 jaar
- geen significante aantalsverandering (0)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het gemiddeld aantal per maand in de laatste vijf seizoenen, met onderscheid welk deel is geteld en welk deel is bijgeschat bij onvolledige tellingen (? voor maanden met onbetrouwbare schatting).
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Krombekstrandlopers houden van slibrijk stevig wad en zijn het talrijkst langs de Fries-Groningse Waddenkust en in delen van het Deltagebied. In het binnenland is het een schaarse soort. In Nederland worden Krombekstrandlopers vooral gezien tijdens de najaarstrek. Die begint in juli (volwassen vogels) en levert de hoogste aantallen op in augustus (veel jonge vogels). Na begin oktober zijn Krombekstrandlopers vrijwel absent tot en met april. De voorjaarstrek, waarbij het om lage aantallen gaat, speelt zich af in mei. De in het najaar getelde aantallen schommelen jaarlijks fors. Dit hangt samen met omstandigheden in de broedgebieden (veel of weinig jongen) en de weersituatie boven Europa (meeste trekkers bij ons bij stevige oostenwinden).
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Krombekstrandloper is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen als niet-broedvogel.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Krombekstrandloper als niet-broedvogel in Nederland is gunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
gunstig | gunstig | gunstig | gunstig | gunstig |
Bron: Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000. Zie Kerninformatie op deze pagina.
Aangewezen gebieden
Winter en trekvogels
Gebiedsnaam | gebiedsfunctie | trend | ||
---|---|---|---|---|
Natura 2000-gebied Waddenzee | foerageren | 0 | (vanaf 1980) | |
Natura 2000-gebied Waddenzee | slapen |
Kerninformatie (1)
Deze factsheet bevat ecologische kerninformatie over een vogelsoort die betrokken is bij de doelen voor Natura 2000-gebieden, resulterend in beleidsadviezen voor het halen van de doelen van de Europese Vogelrichtlijn. Bij sommige vogelsoorten zijn factsheets opgesteld voor twee populaties, namelijk de broed- én de doortrek- en/of winterpopulatie. Elke factsheet gaat in op de Staat van Instandhouding (SvI), de eventuele opgave om de populatie op een gunstig niveau te brengen, de belangrijkste knelpunten en op (potentiële) verbetermaatregelen. Voorts wordt ingegaan op het deel van de populatie dat verblijft in het Natura 2000-netwerk, het overige Natuurnetwerk Nederland (NNN) en overige gebieden, en op het regionaal/provinciaal belang.
Telrichtlijnen
Hoogwatertelling
Tijd van het jaar
Juli tot en met oktober (hoogste aantallen eind juli-eind september) en (veel schaarser) eind april-half juni.
Tijd van de dag
Van 1 uur voor hoogwater tot 1 uur erna.
Aanwijzingen
- Hoogwatervluchtplaats (HVP) lokaliseren aan de hand van verplaatsingen rond hoogwater
- Oppassen met voorverzamelplaatsen! (vogels verkassen nog)
- Aanvliegende vogels beter te tellen dan vogels ter plaatse
- Tijdens hoogwater vaak rustend
- Deel vogels begint te foerageren bij zakkend water
- Bij grote gebieden ‘met het getij mee’ werken
- In onoverzichtelijke gebieden in verband met determinatie insteek maken of hoger punt zoeken (maar pas op voor verstoring!)
Bijzonderheden
- HVP vaak in open slikkig gebied
- Soort wordt snel onderschat, met name volwassen vogels (nazomer) in gemengde groepen met Bonte Strandlopers
- Witte stuit bij vliegende vogels opvallend
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Juli tot en met oktober (hoogste aantallen eind juli-eind september) en, veel schaarser, eind april-half juni.
Tijd van de dag
Gehele dag, in getijdengebieden tijdens hoogwater.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
- In getijdengebieden verplaatsingen onder invloed van getij
Bijzonderheden
- Solitair of in groepen tot enkele tientallen
- Vogels op grote afstand en met slecht licht lastig te onderscheiden van met name Bonte Strandloper
- Soms samen met Bonte Strandloper, Kleine Strandloper of andere steltlopers
- Vooral op ondiepe plassen met slikkige oevers
- Grote aantallen vaak op specifieke locaties (o.a. Friese Waddenkust)
- Schaars in diepe binnenland