Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is het jaarlijks aantal broedvogels/territoria.
- vanaf 1980
- significante afname, >5% per jaar (--, minimaal halvering in 15 jaar)
- laatste 12 jaar
- geen trend aantoonbaar (~)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze grafiek is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Weergegeven is een geïndexeerd aantal per maand. Eerst zijn per atlasblok voor elke maand de aantallen gemiddeld over alle teljaren, het resultaat daarvan is voor elke maand gemiddeld over alle atlasblokken.
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
De verspreiding buiten de broedtijd overlapt met die in het broedseizoen en is in de afgelopen halve eeuw navenant gekrompen. Korhoenders zijn pure standvogels die hooguit enkele kilometers afleggen tussen slaapplek en voedselgebied. Bij waarnemingen buiten de Sallandse Heuvelrug zal het gaan om illegale uitzetacties.
Broedtijd
Alleen op de Sallandse Heuvelrug komen nog Korhoenders tot broeden. Om deze restpopulatie te behouden werden vanaf 2013 Zweedse vogels bijgeplaatst. In de eerste helft van de twintigste eeuw floreerde de Nederlandse stand, kwam het Korhoen in bijna alle provincies voor en waren er minstens 5000 hanen (1941). Door onder andere ontginning en verbossing van heide gingen broedplaatsen verloren. Intensiever landgebruik maakte de aan heide grenzende landbouwgronden ongeschikt als voedselgebied. Het aantal hanen kelderde naar 450 in 1976 en minder dan 100 vanaf 1982. Van de ruime verspreiding over de zandgronden bleef vanaf 1996 alleen de Sallandse Heuvelrug over. Slechts weinig kuikens komen hier groot. Gebrek aan insecten, het hoofdvoedsel van de opgroeiende jongen, speelt hierbij een hoofdrol. Sterke afname of verdwijning doet zich in het hele laagland van West-Europa voor. Vermoedelijk is het laatste exemplaar van de wilde populatie in 2019 overleden; dit betekent dat er alleen nog maar uitgezette Zweedse vogels op de Sallandse Heuvelrug rondvliegen.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
Het Korhoen is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen als broedvogel.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van het Korhoen als broedvogel in Nederland is zeer ongunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig |
Bron: Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000. Zie Kerninformatie op deze pagina.
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding buiten het broedseizoen is identiek aan die van broedvogels, omdat het om dezelfde vogels gaat.
Aangewezen gebieden
Broedvogels
Gebiedsnaam | gebiedsfunctie | trend | ||
---|---|---|---|---|
Natura 2000-gebied Sallandse Heuvelrug | broeden | -- | (vanaf 1990) |
Kerninformatie (1)
Deze factsheet bevat ecologische kerninformatie over een vogelsoort die betrokken is bij de doelen voor Natura 2000-gebieden, resulterend in beleidsadviezen voor het halen van de doelen van de Europese Vogelrichtlijn. Bij sommige vogelsoorten zijn factsheets opgesteld voor twee populaties, namelijk de broed- én de doortrek- en/of winterpopulatie. Elke factsheet gaat in op de Staat van Instandhouding (SvI), de eventuele opgave om de populatie op een gunstig niveau te brengen, de belangrijkste knelpunten en op (potentiële) verbetermaatregelen. Voorts wordt ingegaan op het deel van de populatie dat verblijft in het Natura 2000-netwerk, het overige Natuurnetwerk Nederland (NNN) en overige gebieden, en op het regionaal/provinciaal belang.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin maart t/m eind juli
Tijd van de dag
Vooral in vroege ochtend, vanaf diepe schemer. Aanwezigheid vereist voordat balts begint!
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
man | X | X | X | 1 | 25-2 t/m 31-5 | 2500 |
Aanwijzingen
Baltsende hanen op baltsplaats tellen. Overige waarnemingen als aanvulling gebruiken. Vermoedelijk houden mannetjes vaste baltsplaatsen aan. Indien verschillende baltsplaatsen in elkaars nabijheid aanwezig zijn, moeten die voor alle zekerheid toch op één ochtend geteld worden.
Documentatie
Soort is thans beperkt tot één broedplaats op de Sallandse Heuvelrug, maar op sommige locaties worden vogels (al dan niet legaal) uitgezet. Geef broedcode en overige details bij waarnemingen buiten Sallandse Heuvelrug.
Bijzonderheden
Balts kan op heide en in cultuurland plaatsvinden en is op windstille dagen tot op 1-3 km hoorbaar.
Broedbiologie
Nestelt in heide- en hoogveengebieden. Mannetjes bezetten territorium op gezamenlijke baltsplaats afhankelijk van hun sociale positie (kleinste territoria in centrum) en openheid gebied (grootste territoria in kale vlakke landschappen). Bodembroeder, geen echte nestbouw. Eileg vooral eind april. Eén broedsel per jaar, meestal 7-10 eieren, broedduur 26-27 dagen, jongen verlaten onmiddellijk het nest, kunnen na 10-14 dagen kleine stukjes vliegen, zijn na 4 weken grotendeels zelfstandig maar worden soms tot in september door hen begeleid.