Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, increased dot size showns possible breeding, probable breeding and confirmed breeding.
Data derived from point-transect-counts in december. Shown is the number of birds along each transect of 20 census points. Zero-values are shown separately.
Population trends
non-breeding bird trend
Data derived from point-transect-counts in december. Shown is the annual population index (with standard error), calculated over about 500 transects with each 20 point-counts.
- vanaf 1980
- significant decrease, <5% a year (-)
- laatste 12 jaar
- significant increase, < 5% a year (+)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
This chart is based on LiveAtlas. The reporting frequency per decade is shown, averaged over the last 3 years. The reporting frequency is the percentage of complete lists on which the species is registered.
Occurrence description
Buiten broedtijd
In trektijd en winter duiken Scandinavische en West-Russische Kepen in ons land op. Ze zijn het talrijkst in bosrijke streken. De najaarstrek begint eind september, houdt aan tot diep in november en piekt meestal in de tweede helft van oktober. De jaarlijks waargenomen aantallen schommelen hevig, en dat geldt ook voor de aantallen overwinteraars. Een overvloedige oogst van beukennootjes bindt grotere aantallen overwinterende Kepen aan ons land dan een mager seizoen. De voorjaarstrek speelt zich af tussen half februari en half april, in sommige voorjaren iets later. De grootste aantallen in het zuidoosten van het land gezien.
Broedtijd
Kepen zijn niet extreem schaars in de broedtijd, maar broedgevallen zijn dat wel. In de maanden mei-juli worden her en der zingende Kepen opgemerkt, vooral op de zandgronden. Het gaat vaak om ongepaarde, vaak niet helemaal uitgekleurde mannetjes. Zulke vogels raken zelden gepaard, al komen mengparen met Vink voor. Broedgevallen zijn zeldzaam en worden lang niet ieder jaar vastgesteld.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Brambling.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Brambling in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
breeding bird
The conservation status of the Brambling as breeding bird in the Netherlands is unknown.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
unknown | unknown | unknown | unknown | unknown |
non-breeding bird
The conservation status of the Brambling as non-breeding bird in the Netherlands is unfavourable (bad).
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
favourable | unfavourable (bad) | favourable | unfavourable (bad) | unfavourable (bad) |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half April t/m eind July
Tijd van de dag
Vooral in de ochtend.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | 2 | 10-5 t/m 15-7 | 300 |
Aanwijzingen
Zang (zagende korte versie van Groenling-zeur), controleer of er een partner aanwezig is en let speciaal ook op aanwijzingen voor een nest: transport van nestmateriaal, voedsel of uitwerpselen.
LET OP: doortrek is mogelijk tot begin mei, en doortrekkers zitten niet alleen in groepen (en zijn als zodanig gemakkelijk te herkennen), maar houden zich soms ook solitair of paarsgewijs in bos op. Zulke vogels kunnen interessant gedrag vertonen (vrouwtje lijkt nestplekken uit te proberen door bijv. op takken te gaan zitten/liggen, man begeleidt haar) maar zijn een week later verdwenen; controleer echter zulke plekken nauwkeurig en liefst verschillende malen. Hardnekkig zingende vogels die pas vanaf half mei en veelal in juni opduiken (vaak ook op voor broeden weinig geschikte locaties) zijn vrijwel per definitie ongepaard. Stiekeme vogel, daarentegen, is altijd extra aandacht waard.
Documentatie
Aanwijzingen voor broedgevallen zijn, ondanks de aanwezigheid van zingende vogels, buitengewoon schaars. Daarom bij aanwijzingen voor broedgevallen de waarnemingen graag per datum nauwkeurig documenteren.
Bijzonderheden
In het verleden zijn wel eens broedgevallen geconstateerd van (vermoedelijk)ontsnapte kooivogels. Mengparen met Vink zijn bekend.
Broedbiologie
Broedt zowel in loofbos als naaldbos (ook wel in parken), meestal aan bosrand.
Eileg vermoedelijk van begin mei tot half juni. Een tot twee broedsels per jaar, meestal 5-7 eieren, broedduur 11-14 dagen, nestjongenperiode 12-14 dagen, uitgevlogen jongen worden nog enkele dagen begeleid.