Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, increased dot size showns possible breeding, probable breeding and confirmed breeding.
Data derived from observations of rare non-breeding birds. The distribution is presented in 5x5 km squares.
Population trends
Not enough data.
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
Data derived from observations of rare non-breeding birds.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Buiten invasiejaren om zijn Notenkrakers ronduit zeldzaam. De grootst bekende invasie tot nu toe, in 1968/69, kondigen zich in juli aan en piekte in augustus. Daarna zakten de aantallen door wegtrek naar o.a. Frankrijk en na oktober werden geen gerichte verplaatsingen meer vastgesteld. Meestal echter beginnen invasies in oktober en lopen ze na begin november langzaam af. Zulke (kleinere) invasies deden zich voor in bijvoorbeeld 1954, 1977 en 1991. Van terugtrek na een invasie wordt weinig gemerkt, deels doordat de sterfte onder de Notenkrakers hoog kan zijn.
Broedtijd
Na de grote invasie van 1968 (Siberische ondersoort) werden enkele broedgevallen in het voorjaar van 1969 geconstateerd, waarvan dat bij Udenhout (NB) het best gedocumenteerd is. Misschien vond ook in 1978 een broedgeval plaats, in Drenthe. In sommige andere voorjaren bleef wel eens een Notenkraker een tijdje hangen op een geschikte locatie en is zelfs nestbouw vastgesteld, maar wees niets op serieuze broedgevallen. De meest nabije broedgebieden (echter Midden-Europese ondersoort) liggen in de Ardennen (België) en Eifel (Duitsland).
Birds directive
Conservation status
No conservation status of this species is available.
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin March t/m eind August
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 2 | 25-2 t/m 30-6 | 500 |
Aanwijzingen
Wees attent bij (late) voorjaarswaarneming in geschikt biotoop (naaldbos). Let speciaal op aanwezigheid paar, roepende vogel (boomtoppen; serie 'grra..grra..grra' roepen, langgerekter, ijler en sneller herhaald dan roep van Zwarte Kraai), nestbouw, alarm (pas rond uitvliegen van jongen luidruchtig), voedseltransport en pas uitgevlogen jongen (blijven geruime tijd onbeholpen en soms luidruchtig in nestomgeving; mei-begin juni). Aanleggen van voedselvoorraad in herfst (hazelnoten) kan teken voor toekomstig broedgeval zijn! Houdt richting in de gaten waarin vogel met hazelnoten verdwijnt.
Soort zeer onopvallend in broedfase. Afspelen van geluid (roepserie, 5 minuten afspelen, 10 minuten wachten, onmiddellijk stoppen bij reactie) kan zinvol zijn. Let bij zichtwaarneming op snaveldikte (zie Bijzonderheden)!
Documentatie
Broeden in Nederland is incidenteel vastgesteld na invasies in 1968 en 1977. Uitgebreide documentatie noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode. Geef details omtrent snaveldikte.
Bijzonderheden
Ondersoorten uit Europa en West-Rusland (Nucifraga caryocatactes caryocatactes; dikke en relatief korte snavel) en Oost-Rusland en Siberië (N. c. macrorhynchos; slankere en wat langere snavel) zijn met enige moeite van elkaar te onderscheiden in het veld (probeer foto's te maken!). Broedgevallen kunnen in theorie op beide ondersoorten betrekking hebben.
Broedbiologie
In Duitsland broedvogel van hoog gelegen naald- en gemengde bossen met in middengebergte voorkeur voor sparrenbos met veel hazelaar (hazelnoten!). Nest in naaldboom tegen stam aan. Eileg meestal vanaf eind maart, soms pas in mei. Eén broedsel per jaar, meestal 3-4 eieren, broedduur 17-19 dagen, nestjongenperiode 22-28 dagen, jongen pas tussen dag 105 en 120 volledig zelfstandig (augustus).