Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of breeding pairs is given.
This chart is based on the Atlas of the Dutch Birds (1987), an estimate of the numbers present is given for each atlas square of 5x5 km.
Population trends
breeding bird trend
Data derived from the common breeding bird census. Shown are annual population indices, derived from national surveys of sample plots (red dots) and the trendline (dark line). Data from 1984-1989 can be less reliable.
- vanaf 1990
- significant decrease, <5% a year (-)
- laatste 12 jaar
- no significant change in numbers (0)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
This chart is based on LiveAtlas. The reporting frequency per decade is shown, averaged over the last 3 years. The reporting frequency is the percentage of complete lists on which the species is registered.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Fluiters bereiken ons land vanaf de laatste tien dagen van april. Ze kunnen zich tot eind mei op nieuwe plekken vestigen. Van substantiële doortrek lijkt geen sprake. De wegtrek, in zuidoostelijke richting, vindt vermoedelijk in juli en de eerste helft van augustus plaats.
Broedtijd
Fluiters bewonen voornamelijk de hoge gronden van Oost-, Midden- en Zuid-Nederland. Veel territoria zijn gevestigd in middeloud tot oud loofbos (met veel eik en vooral beuk) en in gemengd bos met een schaars begroeide bodem. In andere bostypen is de dichtheid beduidend lager. Essentieel is een niet te dichte bodemgroei, aangezien het nest in de grond wordt weggewerkt. De verspreiding per gebied is vaak clustervormig, waarbij relatief veel territoria bezet worden door ongepaarde mannetjes. Het jaarlijkse voorkomen is altijd grillig geweest. Een periode met relatief hoge aantallen in de jaren negentig werd na de eeuwwisseling afgelost door een mindere periode die nog altijd voortduurt. Pieken en dalen in de fluiterstand zijn in grote delen van Europa normaal maar hoeven niet samen te vallen.
Birds directive
Conservation status
The Birds Directive focuses on the conservation of all naturally occurring wild bird species in Europe, including the Wood Warbler.
This means that EU Member States must take measures to maintain or bring the populations of these species to a level that corresponds in particular to ecological, scientific and cultural requirements.
The Birds Directive requires Member States to maintain habitats for birds of sufficient size and quality, including through the designation of Special Protection Areas for the benefit of the European Natura 2000 network. No special protection zones have been designated for the Wood Warbler in the Netherlands. The national population must be able to maintain itself at a favorable level.
What is the methodology to assess the conservation status of birds
breeding bird
The conservation status of the Wood Warbler as breeding bird in the Netherlands is unfavourable (inadequate).
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
unfavourable (inadequate) | unfavourable (inadequate) | unfavourable (inadequate) | unfavourable (inadequate) | unfavourable (inadequate) |
non-breeding bird
The conservation status of the Wood Warbler as non-breeding bird in the Netherlands is unknown.
State of Conservation Assessment | ||||
Distribution | Population | Habitat | Future | Final verdict |
unknown | unknown | unknown | unknown | unknown |
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half April t/m half July
Tijd van de dag
Aanvankelijk gehele dag en zelfs in avonduren; vanaf 1-2 weken na aankomst vooral in de ochtend, van zonsopkomst tot enkele uren daarna.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | . | X | X | JA | 1-6 | 7-10 | 11+ | 1 | 5-5 t/m 30-6 | 200 |
Aanwijzingen
Zingende mannetjes (baltsvlucht tussen bomen, houdt verplaatsingen in de gaten), vogels met contact- en alarmroep (droog klagerig 'dju'; geluid vaak gemaakt tijdens nestbouw, nestbezoek of bij rondzwervende families).
LET OP: Trekkers kunnen kortstondig in ongeschikte biotopen zingen (houtwallen). Territoria liggen vaak geclusterd rond die van de eerst gearriveerde vogels. Ongepaarde mannetjes kunnen snel weer uit geschikt lijkende biotoop verdwijnen. Omgekeerd neemt zangactiviteit na paring snel af (korte zangstrofen - alleen laatste deel van de zang, zonder aanzwellend begin - of helemaal geen zang meer), waardoor broedvogels van de aardbodem verdwenen lijken. Enig struinen door de vegetatie (oppassen! nergens de voet zetten waar een nest zou kunnen liggen van Roodborst enz.) kan 'dju'-roepjes provoceren. Tot 30% van de mannetjes probeert, wanneer het vrouwtje broedt, een tweede territorium te verdedigen, doorgaans grenzend aan het eerst gevestigde. Foeragerende vogels onopvallend, veelal in de kroonlaag verblijvend.
Documentatie
Niet verplicht. Suggestie: leg vast in hoeveel territoria er aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid van een nest (vrouwtje aanwezig, nestbouw, alarm).
Bijzonderheden
In sommige jaren en gebieden blijft een groot deel van de zingende mannetjes ongepaard. Deze vogels vertrekken na enkele weken maar worden wel meegerekend als territoriumhouder als ze aan de criteria voldoen. Soort staat bekend om zijn grote jaarlijkse aantalsfluctuaties, met veelal een factor 5-10. Scherp dalende tendens sinds eind jaren negentig (na eerdere toenames), maar ook nu nog in sommige gebieden en sommige jaren opvallend talrijk. Relatie met rupsenplagen (wintervlinders) verdient nadere bestudering.
Broedbiologie
Gebonden aan bossen van tenminste enkele tientallen ha, vrijwel uitsluitend loofbos met struiklaag en verspreide bodemvegetatie (vooral eikenberkenbos en middeloud beukenbos), maar in sommige jaren opmerkelijk veel in ouder dennenbos. Bodembroeder, nestelt op schaarsbegroeide bosbodem, gedeeltelijk in dekking van vegetatie, takken, stronken en graag op oneffen terrein (rabat, helling). Eén broedsel per jaar, meestal 5-8 eieren, broedduur 12-13 dagen, nestjongenperiode 11-12 dagen, familieverband nog 2-4 weken intact (maar vogels verlaten veelal de broedplaats).
Literatuur
Bijlsma R.G. 1991. Monitoring: meer dan turven alleen. SOVON-Nieuws 4(2): 7-8.
Bijlsma R.G. 2016. Zangintensiteit van Fluiters als maat voor paarstatus, broedsucces en trefkans. Limosa 89: 2-11.