Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal individuen gegeven.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Rouwkwikstaarten worden vooral gezien tijdens de voorjaarstrek, wanneer ze dankzij het prachtkleed het gemakkelijkst te herkennen zijn. De trek speelt zich hoofdzakelijk af in maart en begin april, met een uitloop tot in mei. De meeste vogels lijken de kustlijn te volgen en zullen van daaruit oversteken naar de Britse Eilanden, het hoofdverspreidingsgebied. Najaarswaarnemingen zijn betrekkelijk zeldzaam. Brits ringonderzoek suggereert dat de vogels dan een westelijker koers aanhouden dan in het voorjaar.
Broedtijd
Determinatieproblemen vertroebelen het beeld van het voorkomen. Volwassen mannetjes zijn onmiskenbaar, vrouwtjes echter lastiger te onderscheiden van Witte Kwikstaarten. Bovendien duiken geregeld vogels op met onduidelijke kenmerken, mogelijk hybriden uit mengparen Rouwkwikstaart x Witte Kwikstaart. Los daarvan zijn het vooral gespecialiseerde waarnemers die op deze kwikstaarten letten en broedgevallen ontdekken. Desondanks staat wel vast dat de Rouwkwikstaart een schaarse broedvogel is van vooral het westen en noorden van het land. In ongeveer driekwart van de gevallen gaat het om mengparen met Witte Kwikstaart. Het is onbekend of de landelijke aantallen veranderen.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Rouwkwikstaart.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Rouwkwikstaart zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Rouwkwikstaart als broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Half april t/m half juli
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 15-5 t/m 5-7 | 300 |
Aanwijzingen
Waarnemingen van paar of verdacht individu in geschikt biotoop noteren, speciaal letten op zang, nestbouw, alarm en voedseltransport.
Maak veldnotities omtrent verenkleed van iedere partner. Determinatieproblemen zijn groot. Sommige Witte Kwikstaarten lijken veel op lichte Rouwkwikstaarten (let op stuit, flanken en slagpennen) en zijn mogelijk hybride vogels. Mengparen met Witte Kwikstaart zijn veel gebruikelijker dan ongemengde paren. Sluit beschrijving in van verenkleed of maak foto's.
Documentatie
Geef details omtrent verenkleed en vermeld hoogste broedcode per geval.
Bijzonderheden
Voorkomen in Nederland wordt wellicht onderschat, maar is tegelijkertijd moeilijk te bepalen vanwege determinatieperikelen. Hoofverspreiding in noordwesten van het land. Systematische inventarisatie en aandacht aan 'witte' kwikstaarten is zinvol. Controleer bijv. tussen datumgrenzen zoveel mogelijk 'witte' kwikstaarten in vastomlijnd gebied en bekijk ze uitvoerig; noteer het aantal zuivere Witte Kwik- en zuivere Rouwkwikstaarten evenals onduidelijke gevallen.
Broedbiologie
Weinig over bekend uit de Nederlandse situatie, maar vermoedelijk grotendeels als Witte Kwikstaart. Deze nestelt in holen en nissen, graag aan gebouwen maar ook wel op de grond, in stapels stenen of ander materiaal enz. Eileg half april tot half juni. Twee tot drie broedsels per jaar, meestal 4-6 eieren, broedduur 12-14 dagen, nestjongenperiode 13-14 dagen, jongen na uitvliegen nog 4-7 dagen gevoerd.