Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok is aangegeven of de soort er voorkomt en welke zekerheid omtrent broeden werd verkregen.
Deze kaart is gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP). Ze zijn weergegeven op de schaal van 5x5 km blokken.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
De soort kan in het hele land opduiken, met de nadruk op de kuststrook. Ruim driekwart verschijnt tijdens de voorjaarstrek, vooral in mei. De meeste meldingen tijdens de najaarstrek vallen in augustus en september, met een enkele nakomer tot in november. De ondersoort Balearische Roodkopklauwier is enkele malen waargenomen in mei-juni.
Broedtijd
De Roodkopklauwier broedde tot en met 1956 met enige regelmaat in Nederland, vooral in Midden- en Zuid-Limburg. Nederland ligt aan noordgrens van het broedgebied. Het verdwijnen als broedvogel bij ons past in de ontwikkeling in de buurlanden: het verspreidingsgebied trekt zich terug in zuidelijke richting. Recente waarnemingen in de broedtijd in Nederland betreffen over het broedgebied geschoten trekkers. In 2018 vond aan de rand van de Groote Peel een (mislukt) broedgeval plaats van een mengpaar met een man Grauwe Klauwier. Waarnemingen werden tot en met 2003 beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna, daarna ingezameld door Sovon en Waarneming.nl.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Roodkopklauwier.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Roodkopklauwier zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Roodkopklauwier als broedvogel in Nederland is zeer ongunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Roodkopklauwier als niet-broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin mei t/m half augustus
Tijd van de dag
Gehele dag.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
X | X | X | X | 2 | 25-5 t/m 10-6 | 500 |
Aanwijzingen
Bij waarneming alert zijn op aanwijzingen voor broeden: zang, aanwezigheid paar, nestbouw, alarm, voedseltransport (mannetje verzorgt broedend vrouwtje, beide vogels verzorgen jongen). Ongepaarde mannetjes zingen en roepen veelvuldig en de hele dag door.
Documentatie
Uitgebreide documentatie nodig met hoogste broedcode per waarnemingsdatum. Soort heeft al sinds begin jaren zestig niet meer in Nederland gebroed. Toch attent blijven bij late voorjaarswaarneming.
Broedbiologie
Meest nabije broedplaatsen in Duitsland in droge halfopen landschappen, vooral extensief hooiland met oudere bomen omgeven door kleinschalig cultuurland. Eileg aldaar eind april tot begin juli, vooral tweede helft mei en begin juni. Eén broedsel per jaar, meestal 4-6 eieren, broedduur 13-16 dagen, nestjongenperiode 15-18 dagen, jongen met 3-4 weken zelfstandig, familieverband tot 6 weken na uitvliegen nog intact.