Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze grafiek is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Weergegeven is een geïndexeerd aantal per maand. Eerst zijn per atlasblok voor elke maand de aantallen gemiddeld over alle teljaren, het resultaat daarvan is voor elke maand gemiddeld over alle atlasblokken.
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Engelse Kwikstaarten van de ondersoort flavissima zijn in voorjaar goed te onderscheiden van andere 'gele' kwikstaarten, in het najaar veel lastiger. De soort trekt in het voorjaar door van eind maart tot half mei, vooral in de tweede helft van april en begin mei. Pleisteraars foerageren, net als andere 'gele' kwikstaarten, graag op begraasde of gemaaide graslanden, inclusief dijklichamen. Buiten de kuststreek van vooral West-Nederland is de Engelse Kwikstaart een zeldzame doortrekker. De situatie in het najaar is, vanwege de determinatieproblematiek, onbekend.
Broedtijd
Broedgevallen komen bijna alleen voor in de kuststreek, met de nadruk op de Zuid-Hollandse Bollenstreek. Het voorkomen in de Nederlandse kuststreek vormt onderdeel van het broedgebied van de Franse westkust tot in Noord-Duitsland, dat overigens getalsmatig in het niet valt bij de aantallen op de Britse Eilanden. In Nederland gold de soort (destijds beschouwd als ondersoort) tot ongeveer 1970 als zeldzame broedvogel. De ontdekking van forse aantallen in de Bollenstreek leidde tot nauwkeuriger onderzoek, waarbij de soort ook elders in de kuststreek verre van zeldzaam bleek. De schatting voor 1975 komt uit op 150-200 paren. Inmiddels is het tij gekeerd, waarschijnlijk doordat de Britse bronpopulatie afneemt, en broeden er hooguit enkele tientallen paren in ons land. Vanwege de kleine aantallen neemt het aantal mengparen met gewone Gele Kwikstaarten (nominaatvorm) toe en wordt kans groter om hybride vogels tegen te komen.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
De Vogelrichtlijn richt zich op de instandhouding van alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten waaronder de Engelse Kwikstaart.
Dit betekent dat de EU-lidstaten maatregelen moeten nemen om de populaties van deze soorten op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. Daaronder wordt onder andere een gunstige staat van instandhouding verstaan. Het begrip Staat van instandhouding is zo ongeveer synoniem voor de mate van duurzaamheid of gezondheid van een populatie van een soort.
De Vogelrichtlijn verlangt van de lidstaten dat ze leefgebieden voor vogels in voldoende omvang en kwaliteit in stand houden, waaronder door de aanwijzing van speciale beschermingszones ten behoeve van het Europese Natura 2000-netwerk. Voor de Engelse Kwikstaart zijn in Nederland geen speciale beschermingszones aangewezen. De landelijke populatie moet zich wel op een gunstig niveau kunnen handhaven.
Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels
broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Engelse Kwikstaart als broedvogel in Nederland is zeer ongunstig.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
matig ongunstig | zeer ongunstig | matig ongunstig | zeer ongunstig | zeer ongunstig |
niet-broedvogel
De Staat van Instandhouding van de Engelse Kwikstaart als niet-broedvogel in Nederland is onbekend.
Beoordeling Staat van Instandhouding | ||||
Verspreiding | Populatie | Leefgebied | Toekomst | Eindoordeel |
onbekend | onbekend | onbekend | onbekend | onbekend |
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Er zijn geen telrichtlijnen voor deze soort.