Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.
Aantalsontwikkeling
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze gegevens zijn gebaseerd op losse waarnemingen uit het Bijzondere Soorten Project (BSP)
Beschrijving voorkomen
Voorkomen
De meeste waarnemingen van Witbandkruisbekken stammen uit jaren dat de soort invasief optrad in Noordwest-Europa. Dit was in de 20e en 21e eeuw het geval in 1990, 1997/98, 2002/03, 2011 en 2013/14. Meestal gaat het om een tiental individuen, maar tijdens de grootste invasie in 1997/98 werden 181 verschillende individuen waargenomen. Sommige vogels blijven tot in het voorjaar aanwezig. Een zeker broedgeval is nog nooit geconstateerd, al zijn waarnemingen van nestbouwende of alarmerende vogels intrigerend. In Nederland is de Witbandkruisbek zo zeldzaam dat waarnemingen worden beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. Zie voor aanvaarde waarnemingen https://www.dutchavifauna.nl/species/witbandkruisbek
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
Van deze soort is geen Staat van Instandhouding beschikbaar.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin januari t/m eind augustus
Tijd van de dag
Vooral 's ochtends.
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 2 | 1-1 t/m 15-5 | 500 |
Aanwijzingen
Bij waarnemingen in geschikt biotoop (lariks, spar) letten op zang , nestbouw (mannetje begeleidt vrouwtje), alarm en nestbezoek (mannetje vliegt met volle krop rechtlijnig naar nest; voert vrouwtje of jongen).
LET OP: Sommige Kruisbekken kunnen (smal) wit bandje over vleugel hebben. Solitaire vogels en paren verdacht, groepjes trekken vermoedelijk nog weg.
Documentatie
Broedgeval nog nooit met zekerheid aangetoond. Uitgebreide documentatie (met geluidsopname en/of foto) noodzakelijk met per waarnemingsdatum hoogste broedcode. Paar met uitgevlogen jongen mag alleen geteld worden indien jongen nog niet goed vliegen en van ouders afhankelijk zijn. Aanwijzingen Methode zijn gebaseerd op ervaringen met Kruisbek!
Bijzonderheden
Speciale aandacht nodig na invasie, een zeldzaam verschijnsel, doorgaans gepaard gaande met veel omvangrijker invasie van Kruisbek.
Broedbiologie
In broedgebieden nestelend in lariks, spar en soms den, met nest door overhangende takken vrijwel onzichtbaar. Broedtijd vooral februari-mei. Nul tot twee broedsels per jaar (afhankelijk van voedselsituatie), meestal 3-5 eieren, broedduur 14-16 dagen, nestjongenperiode 22-24 dagen, familieverband na uitvliegen nog enige weken intact.