Verspreiding en trends
Verspreiding
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal broedparen gegeven.
Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5x5 km is er een schatting van het aantal individuen gegeven.
Aantalsontwikkeling
broedvogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (BMP, MUS, MAS). Weergegeven is de jaarlijkse index van de broedpopulatie (rode punten) en de trendlijn (donker gekleurde lijn).
- vanaf 2007
- significante afname, <5% per jaar (-)
- laatste 12 jaar
- significante afname, <5% per jaar (-)
watervogeltrend
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het seizoensgemiddelde in de monitoringgebieden (rode punten), de trendlijn (donker gekleurde lijn) en het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn (lichtgekleurde lijn).
- vanaf 1999
- geen significante aantalsverandering (0)
- laatste 12 jaar
- significante afname, >5% per jaar (--, minimaal halvering in 15 jaar)
Broedsucces en overleving
Onvoldoende gegevens beschikbaar voor trendanalyse.
Seizoensvoorkomen
seizoenspatroon
Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Watervogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het gemiddeld aantal per maand in de laatste vijf seizoenen, met onderscheid welk deel is geteld en welk deel is bijgeschat bij onvolledige tellingen (? voor maanden met onbetrouwbare schatting).
Beschrijving voorkomen
Buiten broedtijd
Soepganzen zijn bastaarden van Grauwe Gans en stammen af van losgelaten of ontsnapte kweekvormen van deze soort. Ze zijn herkenbaar aan een verenkleed dat afwijkt van de wildkleur, doorgaans met veel witte veren. De landelijke aantallen worden pas vanaf het jaar 1998 bijgehouden tijdens de watervogeltellingen. De verspreiding van deze standvogel komt grotendeels overeen met die in de broedtijd. Ook bij strenge vorst treden amper verplaatsingen over noemenswaardige afstand op. Ze namen aanvankelijk toe, maar lokaal zorgen bestrijdingsacties voor een daling van de aantallen.
Broedtijd
De verspreiding van de Soepgans is in 1998-2000 voor het eerst in kaart gebracht. Ze broeden vooral in het waterrijke deel van het land en speciaal in stedelijke omgeving en nabij boerderijen. De vogels nestelen geregeld samen met Grauwe Ganzen of andere soorten ganzen, waardoor allerlei kleurvariaties optreden.
Vogelrichtlijn
Staat van instandhouding
Voor deze soort is geen Staat van Instandhouding van toepassing. De Soepgans is een exoot en valt daarmee buiten artikel 1 van de Vogelrichtlijn, dat betrekking heeft op alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de EU-lidstaten. De Soepgans is daarmee ook niet beschermd op grond van de Wet natuurbescherming.
Aangewezen gebieden
Er zijn geen gebieden aangewezen voor deze soort.
Telrichtlijnen
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin februari t/m eind mei
Tijd van de dag
Gehele dag
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
geldige waarnemingen | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 1 | 25-2 t/m 15-4 | 500 |
Aanwijzingen
Paren en broedverdachte individuen in broedbiotoop (moeras, grasland, allerlei wateren tot bosvijver en stadsgracht aan toe); let op territoriaal of nestindicerend gedrag: paarsgewijs foerageren in omgeving van potentiële broedplaats (man waakzaam, vrouw stevig bunkerend), wakende vogel bij mogelijke nestplaats (meestal man bij broedend vrouwtje), baltsende en alarmerende individuen/paren op en boven broedplaats, nest met broedende vogel.
LET OP: Zowel solitair broedend als samen nestelend op veilige plekken (eilandjes) samen met Grauwe Ganzen en andere ganzen. Beste periode is eind februari en maart, wanneer de meeste broedparen in de omgeving van de nestplaats bivakkeren en nog goed zichtbaar zijn. Hybridisering met Grauwe Gans en Canadese Gans heel normaal, met andere ganzensoorten minder gangbaar. Paren met kleine jongen kunnen al forse afstanden hebben afgelegd.
Documentatie
Systematisch letten op paarsamenstelling is zinvol. In uiterwaarden langs de Waal was tot 38% van de Soepganzen gepaard met een Grauwe Gans.
Broedbiologie
De enige uitgebreide studie in Nederland wijst erop dat Soepganzen in vergelijking met Grauwe Ganzen (zie aldaar) gemiddeld meer eieren leggen, een week later met broeden beginnen en een wat lager nestsucces hebben. Meer vergelijkingsmateriaal is uiterst zinvol!
Literatuur
Lensink R. 1998. Leidt de Soepgans Anser anser forma domestica, als afstammeling van de Grauwe Gans Anser anser, een eigen bestaan in Nederland? Limosa 71: 49-56.
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Hele jaar.
Tijd van de dag
Van 1 uur na zonsopgang tot 1 uur voor zonsondergang.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
Bijzonderheden
- Meestal in paren of groepen tot enkele tientallen; solitaire vogels bij andere ganzen
- Groepen vaak gemengd met andere ganzen, vooral Grauwe Gans en Kolgans
- Vaak nogal tam
- Foerageert op grasland en akkers met oogstresten
- Drinkvluchten naar open water
- Variabel kleed, van geheel wit tot grijsbruin (en dan sterk op Grauwe Gans gelijkend) met tussenvormen
- Hybride vogels (vooral uit mengparen met Grauwe Gans of Grote Canadese Gans)
- Zomervogels tellen in juli of eerste helft augustus, overdag op wateren (tussen 09-18:00 uur)