Distribution and trends
Distribution
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of breeding pairs is given.
This map is derived from the Bird Atlas of the Netherlands (Sovon 2018). For each atlas square of 5x5 km, an estimate for the number of wintering birds is given.
Population trends
breeding bird trend
Data derived from the common breeding bird census. Shown are annual population indices, derived from national surveys of sample plots (red dots) and the trendline (dark line). Data from 1984-1989 can be less reliable.
- vanaf 2007
- significant decrease, <5% a year (-)
- laatste 12 jaar
- significant decrease, <5% a year (-)
waterbird trend
The data comes from the Waterbird Monitoring Network. For each season, the average number of birds (red dots), the trend line (dark blue) and associated standard error (light blue lines) are given. Seasons run from July to June.
- vanaf 1999
- no significant change in numbers (0)
- laatste 12 jaar
- significant decrease, >5% a year (--)
Breeding success and survival
Not enough data.
Seasonal occurrence
seasonal pattern
Data derived from waterbird monitoring scheme (mostly monthly counts during winter). Shown is the monthly average number of birds for for the last five seasons. For each month is indicated which part is counted and what part is estimated (calculated using statistical methods). The red line shows the multi-year mean. This is the average over all months of the season, from July to June of the last five seasons. Months without estimation (indicated by ?) it is assumed that there were no birds.
Occurrence description
Buiten broedtijd
Soepganzen zijn bastaarden van Grauwe Gans en stammen af van losgelaten of ontsnapte kweekvormen van deze soort. Ze zijn herkenbaar aan een verenkleed dat afwijkt van de wildkleur, doorgaans met veel witte veren. De landelijke aantallen worden pas vanaf het jaar 1998 bijgehouden tijdens de watervogeltellingen. De verspreiding van deze standvogel komt grotendeels overeen met die in de broedtijd. Ook bij strenge vorst treden amper verplaatsingen over noemenswaardige afstand op. Ze namen aanvankelijk toe, maar lokaal zorgen bestrijdingsacties voor een daling van de aantallen.
Broedtijd
De verspreiding van de Soepgans is in 1998-2000 voor het eerst in kaart gebracht. Ze broeden vooral in het waterrijke deel van het land en speciaal in stedelijke omgeving en nabij boerderijen. De vogels nestelen geregeld samen met Grauwe Ganzen of andere soorten ganzen, waardoor allerlei kleurvariaties optreden.
Birds directive
Conservation status
No conservation status applies to this species. The Feral Greylag Goose is an exotic species and therefore falls outside Article 1 of the Birds Directive, which relates to all natural wild bird species on the European territory of the EU Member States. The Feral Greylag Goose is therefore not protected under the Nature Conservation Act.
Assigned areas
No areas assigned
Counting guidelines
Broedvogels
Methode
Territoriumkartering
Tijd van het jaar
Begin February t/m eind May
Tijd van de dag
Gehele dag
Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand
Valid sightings | normbezoeken | minimaal vereist | fusie- | |||||||||
adult | paar | terr | nest | migrant | 1 | 2 | 3 | seizoen | datumg | datumgrens | afstand | |
. | X | X | X | 1 | 25-2 t/m 15-4 | 500 |
Aanwijzingen
Paren en broedverdachte individuen in broedbiotoop (moeras, grasland, allerlei wateren tot bosvijver en stadsgracht aan toe); let op territoriaal of nestindicerend gedrag: paarsgewijs foerageren in omgeving van potentiële broedplaats (man waakzaam, vrouw stevig bunkerend), wakende vogel bij mogelijke nestplaats (meestal man bij broedend vrouwtje), baltsende en alarmerende individuen/paren op en boven broedplaats, nest met broedende vogel.
LET OP: Zowel solitair broedend als samen nestelend op veilige plekken (eilandjes) samen met Grauwe Ganzen en andere ganzen. Beste periode is eind februari en maart, wanneer de meeste broedparen in de omgeving van de nestplaats bivakkeren en nog goed zichtbaar zijn. Hybridisering met Grauwe Gans en Canadese Gans heel normaal, met andere ganzensoorten minder gangbaar. Paren met kleine jongen kunnen al forse afstanden hebben afgelegd.
Documentatie
Systematisch letten op paarsamenstelling is zinvol. In uiterwaarden langs de Waal was tot 38% van de Soepganzen gepaard met een Grauwe Gans.
Broedbiologie
De enige uitgebreide studie in Nederland wijst erop dat Soepganzen in vergelijking met Grauwe Ganzen (zie aldaar) gemiddeld meer eieren leggen, een week later met broeden beginnen en een wat lager nestsucces hebben. Meer vergelijkingsmateriaal is uiterst zinvol!
Literatuur
Lensink R. 1998. Leidt de Soepgans Anser anser forma domestica, als afstammeling van de Grauwe Gans Anser anser, een eigen bestaan in Nederland? Limosa 71: 49-56.
Integrale gebiedstelling
Tijd van het jaar
Hele jaar.
Tijd van de dag
Van 1 uur na zonsopgang tot 1 uur voor zonsondergang.
Aanwijzingen
- Alle geschikte terreindelen bezoeken
- Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende)
- Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken
- Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken
Bijzonderheden
- Meestal in paren of groepen tot enkele tientallen; solitaire vogels bij andere ganzen
- Groepen vaak gemengd met andere ganzen, vooral Grauwe Gans en Kolgans
- Vaak nogal tam
- Foerageert op grasland en akkers met oogstresten
- Drinkvluchten naar open water
- Variabel kleed, van geheel wit tot grijsbruin (en dan sterk op Grauwe Gans gelijkend) met tussenvormen
- Hybride vogels (vooral uit mengparen met Grauwe Gans of Grote Canadese Gans)
- Zomervogels tellen in juli of eerste helft augustus, overdag op wateren (tussen 09-18:00 uur)