RapportWatervogels in Nederland in 2019/2020

Download
Watervogels in Nederland in 2019/2020
Omslag Watervogels in Nederland in 2019/2020

In dit rapport komen watervogeltellingen van pleisterplaatsen en slaapplaatsen aan de orde die in Nederland werden uitgevoerd van juli 2019 tot en met juni 2020. Deze werden verricht voor het Meetnet Watervogels, dat bestaat uit maandelijkse tellingen in monitoringgebieden (voornamelijk wetlands, inclusief Zoute Delta), maandelijkse tellingen op ganzen en zwanenpleisterplaatsen (inclusief boerenland) van september tot en met mei, periodieke tellingen jaarrond van hoogwatervluchtplaatsen in de Waddenzee (vijf integrale tellingen per seizoen, maandelijkse tellingen in selectie van gebieden), de midwintertelling in januari waarbij een zo groot mogelijk oppervlakte simultaan wordt geteld, tellingen van de Noordzee (zowel de kustzone als open zee, inclusief zeetrektellingen) en een aantal op specifieke soorten gerichte simultaantellingen op slaapplaatsen.

Geteld worden alle belangrijke wetlands, agrarisch gebied dat van belang is voor ganzen en zwanen evenals de kustzone en het Nederlands Continentaal Plat (NCP), een onderdeel van de Noordzee. Tijdens de midwintertelling worden bovendien vele kleine wateren en andere delen van het agrarisch gebied onderzocht, alsmede vele stadsparken, grachten en kanalen. Deze telling kent voor veel watervogelsoorten de meest complete dekking.

Seizoen 2019/20

Het telseizoen 2019/20 behoorde tot de seizoenen met de warmste winters in de reeks vanaf 1975/76 (figuur 3.1) en kende een warme en droge zomer, een redelijk natte en wisselvallige herfst en een overwegend warme, zonnige en droge lente.

Maandelijks werden 540.000 tot 5,6 miljoen watervogels geteld. Het grootste aantal werd traditiegetrouw tijdens de midwintertelling half januari geteld, wanneer veel soorten hun piekvoorkomen hebben, maar er natuurlijk ook een grotere inspanning en teldekking is. Sinds 2011 kwam het totaal aantal getelde watervogels in januari niet meer onder de 5 miljoen. Van in totaal 20 soorten werden in één of meerdere maanden meer dan 100.000 vogels geteld. Het maximale aantal ganzen dat in de winter werd geteld was met 2,2 miljoen iets kleiner dan in voorgaande winters (gemiddeld 2,3 miljoen) en het piekmoment viel al voor de januaritelling (in december).

Uitgever
Sovon Vogelonderzoek Nederland (Nijmegen)
Rapportnr
2022/06
Source
import1402