KerninformatieA042 Dwerggans niet-broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Dwerggans in de hoedanigheid van niet-broedvogel. De Dwerggans is één van de meest bedreigde ganzensoorten ter wereld. Nederland is het belangrijkste overwinteringsgebied van de door bijplaatsingen versterkte broedpopulatie in Zweeds Lapland. Waarnemingen van vóór het Zweedse beschermingsproject en waarnemingen van ongeringde vogels in Oost-Nederland wijzen erop dat ook incidenteel Dwergganzen uit oorspronkelijke broedgebieden ons land aandoen, maar het is een minderheid ten opzichte van de Zweedse vogels. De Dwerggans beperkt zich buiten de broedtijd in ons land in hoofdzaak tot een tweetal vaste pleisterplaatsen die voornamelijk in natuurgebieden met een agrarisch karakter liggen. Ze hebben hier een voorkeur voor semi-natuurlijke graslandgebieden die reliëfrijk zijn, percelen met hobbels, depressies en slootkanten. De slaapplaatsen liggen eveneens traditioneel vast en bevinden zich op grote wateren tot ongeveer 15 km van de voedselterreinen vandaan. De in Nederland overwinterende Dwergganzen maken deel uit van de Zweeds-Lapland flyway-populatie. Van deze populatie werd ’s winters aanvankelijk 80-100% in Nederland waargenomen, maar in recente jaren ontstonden ook buiten Nederland belangrijke pleisterplaatsen, zodat het aandeel van de populatie dat momenteel in Nederland overwintert ongeveer 55% bedraagt.